de kassiers daarop geen uitzon dering vormen. Ook merkten wij op, dat er van de kassier veel wordt gevraagd en dat hij een verantwoordelijke positie heeft, die naar verhouding dient te worden beloond. De critici stelden dat, gelijkwaardige po sities in aanmerking genomen, waarbij minder werktijd en -kracht worden geeist, de kas sier kennelijk in het nadeel is. Dat wij dit hier openhartig neerschrijven, is het bewijs dat het gerust gezegd mag worden. Het is echter geen bewijs dat het zo is, want men geeft een geheel persoonlijke opinie, die niet gebaseerd is op feiten- en cijfermateriaal. Slechts de C.C.B. zou in staat zijn dit materiaal te produceren en dan Of de „waarde" van de kas sier hoger moet worden aange slagen dan thans het geval is, is een moeilijk te beantwoorden vraag. Wij hebben evenwel het vertrouwen, dat de C.C.B. deze aangelegenheid met dezelfde ob jectiviteit en nauwkeurigheid behandelt, waarmede zij ge woon is de dingen te behande len. En dan behoeven wij nog niet zo erg ongerust te zijn. KASSIER-REDACTEUR. ioi9

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 35