-mKafütaalmaiM De jongste verhoging van de rentetarieven van De Neder- landsche Bank werd blijkens de officiële aankondiging doorge voerd „op grond van de ten dentie tot voortgezette expansie van de kredietverlening door het bankwezen gepaard gaande met een minder gunstige ont wikkeling van de betalingsba lans". Tegelijk met deze disconto verhoging werd op 22 october een verlaging van de verplichte kasreserve van 9% tot 7% van kracht. Deze verlaging met twee procent houdt in, dat het totaal van de renteloze kasreservere- keningen bij De Nederlandsche Bank met ongeveer 100 mil- lioen daalt tot circa 350 mil- lioen. Dit renteloze tegoed werd per 22 october nog voor onge veer 260 millioen gefinancierd met voorschotten, die door de banken waren opgenomen bij De Nederlandsche Bank, zulks tegen de met een half procent verhoogde rente van 434%- Of de discontoverhoging merkbare invloed zal hebben op de credietverlening aan het bin nenlandse bedrijfsleven valt te betwijfelen, nu op het huidige niveau de rentelasten in het al gemeen een zeer gering deel uit - maken van de totale exploitatie kosten. Wel is het door deze discontoverhoging veel minder aantrekkelijk geworden gelden uit te zetten in het buitenland en zo zou de discontoverhoging wél de ontwikkeling van de be talingsbalans op korte termijn gunstig kunnen beïnvloeden. De beide maatregelen van 22 octo ber kan men dan ook zó zien, dat De Nederlandsche Bank eerst op aandrang van het bank wezen het kasreservepercentage heeft verlaagd met 2%; het daaraan verbonden gevaar, dat weer meer gelden zouden af vloeien naar het buitenland ter- wille van de zuivere rentewinst, heeft De Nederlandsche Bank willen bezweren met een discon toverhoging van J/2%. Het eerste resultaat van de verlaging van het kasreserveper centage is niet zo overweldi gend geweest. De voorschotten bij De Nederlandsche Bank

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 13