99 6 totstandbrenging van een een- heidsmarkt tussen de 6 landen, welke tezamen de kolen- en staalgemeenschap vormen. Deze werkzaamheden hebben als ba sis het zgn. plan-Spaak, dat een half jaar geleden is gepubli ceerd. De verwezenlijking van een economische unie, welke een ge bied met rond 200 millioen mensen zou omvatten, zou on getwijfeld voor de Nederlandse land- en tuinbouw, die zo zeer op export is aangewezen, gun stige perspectieven bieden. Maar dan zal de landbouw volledig moeten meedoen. Zou voor de landbouw, zoals in feite in de Benelux het geval is, een uitzon dering worden gemaakt, dan zou de situatie voor onze land en tuinbouw geheel anders en wel veel ongunstiger komen te liggen. Wij moeten eerlijk bekennen, dat wij ten aanzien van de ont wikkeling voor wat de land bouw betreft wel wat ongerust zijn. Allerlei tekenen wijzen er op, dat door verschillende lan den wordt aangedrongen op speciale regelingen voor de landbouw, welke uiteindelijk tot gevolg zouden hebben, dat van een vrijere uitwisseling van agrarische producten geen spra ke zou zijn. Zou het in deze richting gaan, dan zou de Ne derlandse landbouw enerzijds geconfronteerd worden met een hoger kostenpeil, maar ander zijds zijn concurrentie-positie op markten buiten de gemeen schap zien verslechteren zonder dat hij ruimere afzetkansen in de West-Europese landen zou krijgen. Ook de Engelse plannen klin ken voor de landbouw niet erg hoopvol. In Engeland neigt men tot een betrekkelijk nauwe sa menwerking met de 6 landen. Met name wordt daar gedacht aan het scheppen van een zgn. vrij-handelszone, bestaande uit Groot-Brittannië en de landen van de Kolen- en Staalgemeen schap: tussen deze landen onder ling zouden geen invoerrechten geheven worden. Maar dit zou volgens Engeland niet mogen gelden voor de agrarische pro ducten. De landen van het Britse Gemeenebest zouden voor deze producten hun voorkeurspositie, hun preferentie op de Britse markt moeten behouden en bo vendien zou de Britse landbouw zelf het met zonder een flinke bescherming kunnen stellen. Al met al zal de georganiseer de landbouw deze aangelegen heid nauwlettend en critisch moeten volgen en zonodig niet mogen aarzelen tijdig en duide lijk bij de Nederlandse Regering zijn bezwaren tegen de aanhan gig zijnde voorstellen kenbaar te maken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 12