957 tigen op „het ten ene male on toereikende garantieprijsbeleid". Hierin wees de katholieke boerenbond met name op het feit, dat in de kostprijzen en in de garantieprijzen slechts een deel van de werkelijke eige- naarslasten zijn opgenomen. De pacht, welke in kost- en garan tieprijzen wordt inberekend, is absoluut onvoldoende om de kosten van instandhouding van de grond en vooral van instand houding en vervanging van de bedrijfsgebouwen te dekken. Dit blijkt duidelijk uit een nieuw rapport van het L.E.I. (no. 254). Speciaal op de zandgronden en in de weidestreken liggen de eigenaarslasten aanzienlijk hoger dan de pachtsom, welke het L.E.I. in de kostprijs opneemt. Hierbij moet nog vermeld wor den, dat onder eigenaarslasten worden begrepen de betaalde lasten (grond- en polderlasten, groot onderhoud en verzekerin gen van bedrijfsgebouwen) en de berekende eigenaarslasten (afschrijving en rente van be drijfsgebouwen). Een grondren te, een netto-opbrengst over de grond zit in deze eigenaarslasten niet in. Het spreekt eigenlijk vanzelf, dat de meeste boeren in het re cente verleden geen voldoende reserves hebben kunnen maken om aan de grote risico's, welke aan de uitoefening van een agra risch bedrijf verbonden zijn, het hoofd te kunnen bieden. De prijzen van vele agrarische pro ducten zijn sterk gedaald, vaak tot op het krappe garantie-ni veau, terwijl de belastingpolitiek waarbij de inkomstenbelas ting gebaseerd is op de resulta ten van elk jaar afzonderlijk het vormen van reserves zelfs in een goed jaar nagenoeg onmo gelijk maakt. Waaruit moeten de boeren de investeringen voor de verdere rationalisatie van hun bedrijf en de tegenvallers bekostigen? Dat er zware tegen vallers kunnen optreden en dat de risico's voor de boeren groot zijn, heeft 1956 (evenals 1954) wel overduidelijk aangetoond. Vandaag aan de dag kan nie mand meer volhouden, dat de garantieprijzen ruim genoeg zijn en hierin een voldoende risico element is verdisconteerd. De landbouw bevindt zich momenteel in een zeer kritieke situatie en het gevaar dreigt, dat landbouw en platteland gaan verkommeren en in ontwikke ling sterk ten achter blijven, tot grote schade van het algemeen belang. Zal het Nederlandse volk bereid zijn het nodige te doen om deze dreigende ont wikkeling te voorkomen? Op de feestvergadering van de N.C.B. heeft de heer Zegers, voorzitter van de N.C.B.gepleit voor een ruimer beleid om een gezonde boerenstand te kunnen houden. En Minister Mansholt zei: „het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 21