De Algemene Vergadering
van de Nederlandse
Christelijke Boeren- en Tuindershond
Het Bestuur van de C.B.T.B.
had de gelukkige gedachte om
de Bondsdagen 1956 te houden
in het nieuw aangewonnen ge
bied: De Noord-Oost Polder.
Een conglomeraat van bewo
ners uit diverse landstreken was
aanwezig. Men zag Walcherse
klederdracht naast die uit de
Friese contreien. De spraak van
de personen gehuld in colbert-
costuums verschilde mogelijk
nog meer. Toch heerste er geen
spraakverwarring; integendeel,
men proefde de eensgezindheid
allerwegen.
Nadat de huishoudelijke aan
gelegenheden daags te voren
waren afgewikkeld, kwam op
27 juni de „toogdag". Deze
werd geopend door de Heer
Chr. van den Heuvel, de Bonds
voorzitter. Na het gebed wer
den op originele en geestige
wijze, in een samenspel tussen
de voorzitter en secretaris Mr.
Biesheuvel, de voorbereidende
werkzaamheden verricht, waar
bij het contact tussen de be
stuurstafel en de zaal al gelegd
was vóór de Heer van den Heu
vel aan zijn rede begon. Deze
werd zo boeiend voorgedragen,
dat dit contact gehandhaafd
bleef.
In het bijzonder ging de rede
naar in op de berekeningen, wel
ke worden gemaakt met betrek
king tot het aandeel van land
en tuinbouw in de algemene
welvaart. Hierbij werden enkele
suggesties gedaan, die meer dan
het overwegen waard zijn.
Ook de loonpolitiek werd
vanzelfsprekend onder de aan
dacht gebracht. Het Bestuur van
de C.B.T.B. acht een vrijere
loonvorming noodzakelijk. Als
laatste, doch niet onbelangrijk
ste punt, werd de positie van de
C.B.T.B. besproken. Het deed
ons goed te vernemen, dat het
ledental in het afgelopen jaar
wederom toenam.
Na deze rede van de Bonds
voorzitter kregen enkele geno
digden de gelegenheid om het
woord te voeren. Onder meer
maakte Ir. A. W. van der Plas-
sche, Directeur-Generaal van de
Landbouw, hiervan gebruik. Ir.
Keijzer sprak namens de coöpe
ratieve organisaties, waarvan
vertegenwoordigers aanwezig
waren, zoals het „Centraal Bu-