9°3 kelijkheid heeft zich echter tot dusver niet voorgedaan. In de nieuwe wet nu is het accent veel meer gelegd op het overleg. Als De Nederlandsche Bank meent, dat sociaal-econo mische regelen inzake krediet beperking nodig zijn, dan zal zij thans eerst overleg plegen met de representatieve organisaties inzake de door de instellingen, die bij die organisaties zijn aan gesloten, terzake van de krediet beperking te volgen gedragslijn. Leidt dit tot overeenstemming met een organisatie, doch wordt geen medewerking verkregen van een bij die organisatie aan gesloten kredietinstelling, dan kan De Nederlandsche Bank aan die instelling voorschriften geven. Deze voorschriften hou den dan alleen in, dat die instel ling de overeengekomen ge dragslijn moet volgen. Doch wat nu, als het overleg tussen De Nederlandsche Bank en een organisatie van crediet- instellingen niet tot overeen stemming leidtPDan kan De Ne derlandsche Bank voor de ge hele groep banken, die bij die organisatie is aangesloten, alge mene voorschriften geven met goedkeuring van de Minister van Financiën, die vooraf eerst overleg pleegt met de Bankraad, de Minister van Economische Zaken en de betrokken organi satie. Deze voorschriften moe ten dan echter binnen drie maanden ter bekrachtiging aan de Staten-Generaal worden voorgelegd. Zoals men uit deze korte samenvatting ziet, speelt de visie van de organisatie (het zij bankiersvereniging of Cen trale Bank organisatie) een be langrijke rol. Ook bij de bedrijfseconomi sche toezicht worden de repre sentatieve organisaties gehoord, doch dit was ook reeds onder de oude wet het geval. Bij dit onderdeel van de wet (art. n) is echter een andere belangrijke verandering aangebracht. Werd vroeger gesproken over alge mene voorschriften voor de be drijfsvoering der banken, ten aanzien waarvan de overtreding een strafbaar feit was, thans is slechts sprake van richtlijnen. Afwijking van deze richtlijnen vormt niet een strafbaar feit, doch kan voor De Nederland sche Bank aanleiding zijn om krachtens artikel 17 der wet de aandacht van de desbetreffende kredietinstelling op dit feit te vestigen. Krachtens ditzelfde artikel kan De Nederlandsche Bank daarbij een advies geven oin een bepaalde gedragslijn te volgen, een advies dat gepubli ceerd kan worden, als de be trokken bank het naast zich neerlegt. Nu was deze regeling betreffende het advies en de pu-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 7