DE NIEUWE WET
TOEZICHT KREDIETWEZEN
Kort geleden heeft de Eerste
Kamer zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen een wetsont
werp tot gewijzigde vaststelling
van de Wet Toezicht Krediet
wezen. Men zal zich ongetwij
feld de grote beroering herinne
ren, die de behandeling van het
oorspronkelijke wetsontwerp in
de loop van 1951 met zich mee
bracht. De ernstige kritiek op
sommige onderdelen van het
ontwerp, een kritiek die ook
door de beide centrale boeren
leenbanken tot uiting werd ge
bracht, leidde er toe, dat niet
alleen verschillende wijzigingen
in het ontwerp werden gebracht,
doch dat ook bepaald werd, dat
de werkingsduur der wet, die
begin 1952 in werking trad, op
1 januari 1955 zou ophouden.
In die tussentijd zou men dan
ervaring met de toepassing der
wet kunnen opdoen om aan de
hand daarvan t.z.t. een defini
tieve beslissing omtrent de
kwestie te kunnen nemen. Het
einde van de geldingsduur der
wet werd later verschoven tot
x januari 1957 teneinde meer
gelegenheid te hebben ervaring
op te doen en om gelegenheid
te bieden het inmiddels begon
nen overleg tussen De Neder-
landsche Bank en de representa
tieve organisaties der kredietin
stellingen inzake de wijze van
toepassing der wet tot een goed
einde te brengen.
In het begin van dit jaar nu
werd een wetsontwerp inge
diend, dat een gewijzigde vast
stelling van de Wet Toezicht
Kredietwezen beoogde. In te
genstelling tot de voorbereiding
van het eerste wetsontwerp zijn
de organisaties van het bankwe
zen ditmaal van meetaf bij het
opstellen van het ontwerp inge
schakeld geweest en is met de
door hen gemaakte opmerkin
gen in ruime mate rekening ge
houden. Dit heeft er ook toe bij
gedragen, dat de Staten-Gene-
raal tegenover dit ontwerp veel
welwillender stonden dan te
genover dat van 1951 en dat het
in beide Kamers met algemene
stemmen is aanvaard. In ver
band met enkele technische
voorbereidingen zal de afkondi
ging van de nieuwe wet nog
wel even duren.
Wat verandert er nu? Onze
boerenleenbanken zullen van de
wijzigingen niet veel merken.
Evenals de oude wet opent im
mers ook de nieuwe regeling
(art. 9) de mogelijkheid dat het