9i 6
is de aversie die er bestaat tegen
het in een plaatselijk bestuur be
handelen van eventuele crediet-
of voorschotaanvragen.
Dat dit de laatste tijd veel
meer voor ons gaat spreken
wordt veroorzaakt, doordat ook
onzerzijds getracht wordt door
een actief optreden de intensivi
teit van de voorschot- en cre-
dietverlening door de boeren
leenbanken op te voeren. Naar
aanleiding van gehouden spreek
beurten of gevoerde gesprekken
worden wij herhaaldelijk bena
derd met de vraag, of het niet
mogelijk is, dat een voorschot of
crediet rechtstreeks bij de Cen
trale Bank of bij een naburige
boerenleenbank kan worden on
dergebracht. Deze tegenzin om
met de eigen boerenleenbank za
ken te doen schuilt ook vaak in
een gebrek aan vertrouwen in
de beheerders of het personeel.
Men is dan niet overtuigd van
een strikt objectieve behande
ling. Ook komt het voor, dat
persoonlijke tegenstellingen een
belemmering vormen om zaken
met de plaatselijke bank te doen.
Verder ontmoet men nog wel
eens bezwaren tegen de be
stuurssamenstelling. Gesproken
wordt dan over kliekjes van fa
milieleden of vrienden, welke
elkander de balletjes toespelen.
Veel tegenzin begint zich ook
te ontwikkelen tegen de erfop
volging. Dit zowel met betrek
king tot de beheerders als tot de
kassier. Men vraagt zich dan af,
of de zoon nu wel steeds de
meest geschikte opvolger zou
zijn; dit zeker bij de boeren
leenbanken, waar deze erfopvol
ging een regel aan het worden
is, waarop niet veel uitzonde
ringen worden gemaakt.
Door ons wordt op dergelijke
uitlatingen steevast geantwoord,
dat het de taak van de leden is
de beheerders te kiezen en dat
men d.m.v. deze verkiezing ook
invloed heeft op de kassiersbe
noeming. Indien het evenwel al
zover gekomen is, dat de leden
geen belangstelling meer hebben
voor de ontwikkeling van de
bank, dan wordt practisch ieder
bestuursvoorstel zonder veel te
genstand aanvaard. Ook kan
niet worden ontkend, dat een
door het bestuur gestelde candi-
daat een grotere kans heeft dan
een willekeurige uit de vergade
ring komende.
Om te voorkomen, dat de le
den hun belangstelling en ver
trouwen in de bank verliezen is
het dan ook zaak, dat het be
stuur en de raad van toezicht
grote aandacht aan de samen
stelling van deze colleges beste
den en zich bij een candidaat-
stelling uitsluitend zullen laten
leiden door de gedachte, dat de
juiste man op de juiste plaats