Ik Kassier - redacteur VAN KASSIER TOT KASSIER Men kan heus niet zeggen, dat de spaarinstellingen verge ten hebben de jeugd te betrek ken in de spaaractiviteit. In kleurige folders en op andere wijze wordt getracht de spaar zaamheid voor te stellen als een der belangrijkste deugden. Zelfs de pasgeboren baby stemt men gunstig door zijn inleg van een rijksdaalder prompt te verdub belen. Meen niet, dat wij enige aan merking hebben op de propa ganda voor het jeugdsparen, in tegendeel. Wij zouden echter de aandacht willen vragen voor het sparen door de rijpere jeugd, waarvan U de leeftijd in dit ge val moogt stellen tussen de 14 en ruim 20 jaren. De jeugd beneden de 14 ja ren is via de ouders en de school gemakkelijk te bewerken en juist door haar leeftijd volg zaam en daardoor spaar-minded te maken. Zodra echter de leeftijd van 14 jaren is bereikt en het meisje of de jongen uitvliegt naar L.T.S., U.L.O. Middelbare School of werkplaats, zodra de grotere zelfstandigheid gaat ko men, is het met de directe beïn vloeding gedaan. Dan beginnen zij zelf te denken en dan ook komen zij in een stadium van voortdurend geldgebrek door een sprongsgewijze stijging der behoeften o.a. voor sport, spel, snoepen, roken enz. Deze moeilijke situatie blijft, zolang zij niet zelf verdienen en vaak nog lang daarna, want ook thuis vliegt het geld de deur uit en het zakgeld is naar het oor deel der jeugd altijd te laag. Eerst tegen de tijd dat de ver kering begint, wordt aan sparen gedacht en dan vindt een deel der jeugd de weg naar de spaar bank. Eerst dan gaat zij de moed opbrengen om zich offers te ge troosten met het oog op de toe komst. Als wij echter zien, hoe een groot deel der jeugd van rond de twintig vóór die tijd leeft, dan houden wij ons hart vast voor de mentaliteit van de op komende generatie. Uitgaan, ko pen op afbetaling van fietsen, bromfietsen enz. wordt als een gewone gang van zaken be schouwd. Zij, die nog zo welwillend zijn, te luisteren naar de verha len van vader en grootvader I IX ^f-eugdóparen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 49