föoemt&MlmnjL -praHfyH Voorschot- en Credietverlening In de voorgaande artikelen werd het woord concurrentie wel eens genoemd. Het is mo gelijk van belang om in dit ar tikel het laatste in deze serie hierop verder in te gaan. Onder concurrentie willen wij dan verstaan de mededin ging welke er bespeurd wordt met betrekking tot het plaatsen van credieten of geldleningen in de agrarische sector. Het zal goed zijn na te gaan, van welke zijde deze mededinging komt en hoe de verhoudingen in de prak tijk liggen. Welke instellingen buiten de landbouwcredietorganisaties in teresseren zich voor de agrari sche crediet- en voorschotver lening? Commerciële bankinstellingen Op de eerste plaats willen wij noemen de commerciële banken. In het algemeen heeft het com merciële bankwezen weinig be langstelling voor de financiering van agrarische objecten. De om zetten in de land- en tuinbouw bedrijven zijn te gering en de last van het voeren ener reke ning gaat daarom naar verhou ding te zwaar drukken, ófwel er bestaat geen mogelijkheid een dergelijke rekening rendabel te maken. Land- en tuinbouw kun nen geen hoge financieringslas ten dragen en door de ongunsti ge verhouding tussen omzet en kapitaal drukt de rente-factor in de land- en tuinbouw zwaarder dan b.v. bij handelsbedrijven en in de industrie. Een bedrijf, zoals de land- en tuinbouw, dat uit zijn aard slechts met de meest voordelige financiering rond kan komen, is voor een bankinstelling, die naar de beste rentabiliteit van de uitleningen moet streven, uiter aard geen aantrekkelijke klant. In een tijd van geldruimte, zoals wij die in de afgelopen ja ren gekend hebben, werd door deze banken uit bepaalde over wegingen wel eens een oogje gelonkt naar de land- en tuin bouwer. Zo spoedig als weer voldoende credieten kunnen worden verleend aan cliënten, welke een meer intensief ge bruik van hun rekening zullen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 29