Ctetd -mKajiitaaihuuM
Dat callgeld ondanks de ta
riefsverhoging van 9 juni (een
stijging met 34% tot i j/>%) niet
beschikbaar is, vormt wel de
meest directe aanwijzing, dat de
geldmarkt zeer krap blijft. Drie
daags call wordt thans gedaan
op 2% en voor driemaandse
kasgeldleningen aan gemeenten
wordt 2^4% geboden.
Uit de jongste weekstaat van
De Nederlandsche Bank (per ii
Juni) bleek, dat het saldo van de
voorschotten aan banken nog al
tijd ongeveer 30 millioen bo
ven het normale peil lag, waar
tegenover stond, dat het saldo
kasreserves voor het percentage
der Mei-Juni-periode (9%) aan
de hoge kant was. Deze extra-
reserve zal echter ook prompt
verdwijnen bij de betaling van
de 50 millioen aan schatkist
papier, dat de Agent van het Mi
nisterie van Financiën deze
maand inderdaad wist te plaat
sen.
De weekstaat van n Juni
leerde bovendien nog, dat de po
sitie van de schatkist met 91
miljoen nog allesbehalve ruim
is. In de Juni-Juli-periode zou
het kasreservepercentage volgens
een toezegging van De Neder
landsche Bank in geen geval ho
ger worden dan 9%. Of dit per
centage misschien zelfs zal wor
den verlaagd, om daarmee ver
dere afname van schatkistpapier
te animeren, kan op dit moment
nog niet worden voorspeld.
De daling van de deviezenre
serve, waarvan wij reeds enige
malen gewag maakten, zet zich
nog steeds door. Weliswaar is
deze achteruitgang per week ge
zien nooit zo omvangrijk, over
een langere periode gezien krijgt
zij echter een bedenkelijker ka
rakter. In ongeveer drie maan
den tijds (tussen 5 Maart en 11
Juni) daalde de totale goud- en
deviezen-reserve van ƒ4767 mil
lioen tot 4422 millioen.
de geldmarkt concluderen, dat
men bij de huidige spanningen
nog onmogelijk kan zeggen, op
welk niveau rust en stabiliteit
kunnen worden verwacht, ook
de obligatie-markt wordt door
dezelfde sfeer van onzekerheid
gekenmerkt. In ons vorig over
zicht viel reeds de scherpe ren
testijging waar te nemen; uit
het koersoverzicht, dat thans
als het slot van deze rubriek
is opgenomen, kan men een
reeks van koerswijzigingen
(stijgingen en dalingen) aflezen,
Moet men dus ten aanzien van