«55
jaar bereikt hebben, niet tot lid
van de Raad van Commissarissen
kunnen worden herbenoemd. In
dien het mogelijk ware het
geen echter niet het geval is
op deze regel een uitzondering
te maken, zou deze zeker voor
de heer Moors moeten gelden.
Want niettegenstaande hij de fa
tale leeftijd van 70 jaar reeds
enigszins, om het eufemistisch
uit te drukken, heeft overschre
den, ziet hij er nog zo kernge
zond uit en is hij nog zo vitaal,
dat de taak van commissaris on
zer Vennootschap hem zeker
veilig zou kunnen blijven toe
vertrouwd. Maar dit behoort,
zoals ik reeds zeide, nu eenmaal
niet tot de mogelijkheden. Wij
moeten daarom heden van de
heer Moors als commissaris on
zer Hypotheekbank afscheid ne
men en ik doe dit namens U al
len door de heer Moors oprechte
dank te betuigen voor hetgeen
hij sinds 1947 als lid van onze
Raad van Commissarissen voor
onze Vennootschap heeft ge
daan. Immers de heer Moors
heeft zich met hart en ziel aan
die taak gegeven. Hij heeft met
grote belangstelling en kennis
van zaken aan de beraadslagin
gen van de Raad van Commis
sarissen deelgenomen. Zijn me
deleden zullen zijn vrijmoedig
woord daarin node missen. En
wij allen zullen een goede her
innering bewaren aan de wijze,
waarop de heer Moors de be
langen onzer instelling heeft be
hartigd. Ik wens de heer Moors
bij dit afscheid toe, dat hij nog
tal van jaren in goede gezond
heid getuige moge zijn, zij het
dan ook niet meer als onze com
missaris, van de groei en de bloei
onzer Hypotheekbank.
Er is nog iemand, die ons he
den zal verlaten, de heer van der
Linden, lid der Commissie voor
de balanscontröle, omdat onze
Statuten voorschrijven, dat de
leden dezer commisie na hun
zittingsperiode van drie jaren,
niet aanstonds herkiesbaar zijn.
Wij mogen dus nog de hoop
koesteren de heer van der Lin
den later wederom in die kwa
liteit terug te zien. Doch ik wens
thans de heer van der Linden
hartelijk te danken voor de toe
wijding aan de belangen onzer
Bank, die hij in zijn functie van
lid der Commissie voor de Ba
lanscontröle aan de dag heeft
gelegd.
Ik ben hiermede aan het ein
de van mijn openingswoord ge
komen en stel thans achtereen
volgens de punten der agenda
aan de orde.
De notulen werden vastge
steld, waarna tot benoeming van
secretarissen en stemopnemers
werd overgegaan.
Vervolgens werd de balans
per 31 december 1955 met de