Algemene Vergadering Centrale Boerenleenbank INLEIDING VAN DE HEER Mr P. W. H. TRUYEN, TER OPENING VAN DE ALGEMENE VERGADERING Ik open de Algemene Verga dering van de Coöperatieve Cen trale Boerenleenbank met de bekende groet: „Geloofd zij Je zus Christus". Wij vergaderen dit jaar we derom in de Philips Jubileum hal, die de Directie der Philips- fabrieken ons ook nu weer wel willend voor het houden van on ze jaarvergadering ter beschik king heeft gesteld. Deze locali- teit heeft voor ons het grote voordeel, dat zij ruimschoots voldoende plaats biedt voor het groot aantal personen, dat onze Algemene Vergadering pleegt te bezoeken, doch ook het daar aan noodzakelijk verbonden na deel, dat zij minder goed be spreekbaar is dan zulks bij een kleinere ruimte het geval zou zijn. Wij hebben dit het vorige jaar ondervonden, maar wij wa ren toen, voorzover ik weet, het eerste grote gezelschap, dat van deze hal als vergaderzaal ge bruik maakte. Men beschikte dus toen nog niet over enige erva ring in dit opzicht. Nu dat ech ter wel zo is, heeft de Directie der Philips-fabrieken door het aanbrengen van een aangepaste geluidsinstallatie alles gedaan wat mogelijk was om te zorgen, dat hetgeen van de bestuursta fel wordt gezegd in de zaal kan worden verstaan en dat dege nen, die vanuit de zaal het woord willen voeren, op talrijke plaat sen apparaten opgesteld vinden, van waaruit zij de aanwezigen kunnen toespreken. Ik hoop dan ook, dat U mij thans voldoende zult kunnen verstaan. En dan begin ik met al dege nen, die deze vergadering bij wonen, hetzij als afgevaardig den of beheerders van bij onze Centrale Bank aangesloten boe renleenbanken, hetzij als onze genodigden of omdat zij uit hoofde van hun functie bij onze Bank hier aanwezig zijn, van harte welkom te heten. Het zal U, M.H., wanneer U kennis neemt van de agenda de zer vergadering en nog in herin nering hebt wat het vorig jaar hier is behandeld, opvallen, dat het zakelijke dit jaar veel min der overweegt dan het vorig

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 7