7»5 Bank mochten ontvangen. De heer Truyen bood hun namens allen zijn beste gelukwensen aan en betrok daarin ook de plaatse lijke boerenleenbanken, welke dit jaar haar gouden jubileum vieren. Na in het kort enkele punten uit het jaarverslag aangeroerd te hebben, heette de voorzitter alle aanwezigen en speciaal de genodigden welkom, waarna met de behandeling der agenda punten een begin kon worden gemaakt. De notulen der vorige alge mene vergadering werden onge wijzigd vastgesteld. Secretaris sen en stemopnemers werden benoemd. Daarna kwam aan de orde punt 4 der agenda: de Ba lans en Verlies- en Winstreke ning, waarbij de voorzitter het woord verleende aan de heer Fleskens, voorzitter van het Be stuur, om de gebruikelijke toe lichting te geven. De heer Fles kens begon zijn rede, welke el ders in dit nummer der Mede delingen volledig is overgeno men, met woorden van deelne ming in verband met het overlij den van de heren Rutten, Jhr. Mr. van Nispen tot Sevenaer en van Haaren en met gelukwensen voor de heer Mr. Delhougne naar aanleiding van de hoge on derscheiding, welke hem is ten deel gevallen. Wat het boekjaar 1955 aan gaat, wees spreker op de voort gezette hoogconjunctuur, welke alle records van 1954, wat be treft de toename van toever trouwde gelden, omzetten en uitzettingen, heeft doorbroken, waardoor het jaar 1955 voor on ze organisatie in alle opzichten een topjaar is geworden. Dit neemt evenwel niet weg, dat voor de toekomst de grootste voorzichtigheid geboden blijft, teneinde te zorgen, dat wij de juiste koers blijven varen. De heer Fleskens wees op de be hoefte aan toenemende interna tionale samenwerking vooral ook op agrarisch gebied en vroeg verder aandacht voor de verrassende cijfers der boeren leenbanken, die getuigen van spaarvermogen en spaarzin ten plattelande, van activiteit van beheerders en kassiers, alsmede van de steeds groter wordende financieringsbehoeften in land en tuinbouw, een ontwikkeling, welke voor de versterking van de financiële positie onzer orga nisatie van veel betekenis is. Te rugblikkend op 1955 kwam de Voorzitter van het Bestuur tot de conclusie, dat wij niet onte vreden mogen zijn; er wachten ons echter nieuwe taken en er zal dan ook nog veel werk moe ten worden verricht, opdat ook in moeilijke tijden de boeren leenbanken en de Centrale Bank

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 5