jaar ongeveer even groot als in
1950 en blijft bij die van 1953
iets ten achter.
Met uitzondering van enkele
groentesoorten is de teelt in het
algemeen uitgebreid, vooral die
van witte kool (met 1.850 ha
of 29%) rode kool (met 900 ha
of 34%), groene plukerwten
(met 1470 ha of 25%) en van
slabonen (met 670 ha of 12%).
De teelt van genoemde kool
soorten is wederom terugge
keerd tot de omvang, die zij in
de jaren 1952 en 1953 had.
De areaalinkrimpingen beper
ken zich tot enk.
zijn onbetekenend l.
dijvie, rabarber en toi.
groter bij spruitkool en
Bij de uien, alle soorten, bet
de inkrimping 610 ha of 25
Van de overwinteren
groentesoorten, zoals winter-
kropsla, winterspinazie, winter-
uien, wintersavooiekool zal in de
lopende herfst minder worden
geplant dan de teeltplannen van
het vorige jaar aangaven.
Landbouwwereldnieuws
Jaargang 10 No. 43.