derde, die met een echtgenoot
handelde, het risico van met een
onbevoegde te handelen ver
groot, doch meer in theorie dan
in werkelijkheid. Bij zaken op
naam is het risico gering; behou
dens uitzondering is het naam
kaartje met de werkelijkheid in
overeenstemming. Bij zaken niet
op naam geeft de wet een derde
te goeder trouw een stevige be
scherming. Is n.1. aan de derde
niet kenbaar, wie van de echt
genoten bevoegd is een roerende
zaak of een effect aan toonder te
besturen, dan mag hij de echtge
noot, die de zaak of het papier
aan toonder onder zich heeft,
bevoegd achten.
Uiteraard kunnen man en
vrouw het beheren en beschik
ken over ieders privé goed aan
elkander overlaten. Als bewijs
daarvan kan b.v. de aanbreng-
clausule in spaarboekjes gelden.
Ongetwijfeld zullen vele lezers
van deze schets van de toekom
stige regeling der vermogens
rechtelijke betrekkingen tussen
gehuwden verzuchten dat het
nogal ingewikkeld gaat worden.
Inderdaad is de vernieuwing van
ingrijpende aard. Wij geloven
echter, dat, wanneer men met
de nieuwe regeling vertrouwd
is geraakt, het met de moeilijk
heden nog wel zal meevallen.
In ieder geval zal onzerzijds ge
tracht worden in de circulaire,
waarvan in het begin van het ar
tikel sprake is, zo duidelijk mo
gelijke op de bankpraktijk afge
stemde aanwijzingen te geven.