derde, die met een echtgenoot handelde, het risico van met een onbevoegde te handelen ver groot, doch meer in theorie dan in werkelijkheid. Bij zaken op naam is het risico gering; behou dens uitzondering is het naam kaartje met de werkelijkheid in overeenstemming. Bij zaken niet op naam geeft de wet een derde te goeder trouw een stevige be scherming. Is n.1. aan de derde niet kenbaar, wie van de echt genoten bevoegd is een roerende zaak of een effect aan toonder te besturen, dan mag hij de echtge noot, die de zaak of het papier aan toonder onder zich heeft, bevoegd achten. Uiteraard kunnen man en vrouw het beheren en beschik ken over ieders privé goed aan elkander overlaten. Als bewijs daarvan kan b.v. de aanbreng- clausule in spaarboekjes gelden. Ongetwijfeld zullen vele lezers van deze schets van de toekom stige regeling der vermogens rechtelijke betrekkingen tussen gehuwden verzuchten dat het nogal ingewikkeld gaat worden. Inderdaad is de vernieuwing van ingrijpende aard. Wij geloven echter, dat, wanneer men met de nieuwe regeling vertrouwd is geraakt, het met de moeilijk heden nog wel zal meevallen. In ieder geval zal onzerzijds ge tracht worden in de circulaire, waarvan in het begin van het ar tikel sprake is, zo duidelijk mo gelijke op de bankpraktijk afge stemde aanwijzingen te geven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 49