8z8
zijn de roerende zaken en de
toonderstukken, kan een derde
echter niet zien, dat zij aan de
vrouw toebehoren. Daarom
wordt een derde beschermd te
gen de beschikkingsonbevoegd
heid van de man, indien die der
de te goeder trouw is en de zaak
tegen een contra-prestatie heeft
verkregen. Bij zaken op naam
kan de derde afgaan op het
naamkaartje. Het is vanzelfspre
kend dat de vrouw aan de man
machtiging kan verlenen om
over haar zaken op naam te be
schikken. Men denke b.v. aan de
aanbrengclausule in een spaar
boekje. De man kan geen schul
den ten laste van de vrouw aan
gaan behoudens het geval dat
zulks voor een goed beheer van
vrouw's goed wordt gevorderd;
men denke in deze b.v. aan
noodzakelijke onderhoudskosten.
Toekomstige regeling.
De man is niet meer geheel
vrij in zijn beheers- en beschik
kingsbevoegdheid over zijn privé
vermogen. Behoort de woning,
welke het echtpaar bewoont, tot
zijn privé vermogen, dan kan hij
deze zonder toestemming van
zijn vrouw niet vervreemden of
bezwaren of aan andere in ge
bruik geven. Hij mag zonder
toestemming van zijn vrouw uit
zijn privé vermogen geen boven
matige giften doen. Hij mag
zonder toestemming van zijn
vrouw zich niet als borg ver
binden, tenzij het zich verbinden
als borg geschiedt in de uitoefe
ning van zijn beroep of bedrijf.
Handelt de man in deze geval
len zonder toestemming van zijn
vrouw, dan kan deze binnen één
jaar, nadat de handeling te harer
kennis is gekomen, de nietigheid
daarvan inroepen. De rechten
echter, welke derden te goeder
trouw en tegen een contra-pres
tatie hebben verkregen, blijven
in stand.
Het privé vermogen van de
vrouw is geheel aan de beheers-
macht van de man onttrokken.
De vrouw beheert haar privé
vermogen zelf. Ook voor het
beschikken over het privé ver
mogen van de vrouw is geen
medewerking van de man ver
eist. De vrouw is geheel zelfstan
dig. De vrouw is echter, even
min als de man zulks is, niet vol
komen vrij om met haar privé
vermogen maar te doen en te
laten wat zij wil. Hetgeen hier
voor is gezegd met betrekking
tot de woning, welke het echt
paar bewoont, giften en zich
verbinden als borg of als hoof
delijk medeschuldenaar, geldt
evenzeer voor de vrouw, indien
het gaat om haar privé ver
mogen.
Evenals de wijziging in het
bestuur van de algemene ge
meenschap van goederen heeft
het feit, dat de gehuwde vrouw
in de toekomst haar eigen privé
vermogen bestuurt, voor een