aan hun verwachtingen omtrent
de ontwikkeling op de kapitaal
markt in de komende maanden.
Niettemin heeft het daarna
nog geruime tijd geduurd, eer
de daling van de obligatiekoer-
sen en daarmede de stijging van
het rendement werkelijk van be
tekenis werden. Na de disconto
verhoging in Februari j.1. slaag
de de Bank voor Nederlandsche
Gemeenten nog met een 3^%
30-jarige lening op 99^2°/o-
De 3 ^2°/o Staatslening van
April j.1. werd echter niet het
verhoopte succes en sedertdien is
het snel bergafwaarts gegaan
met de koersen op de obligatie-
markt. Juist dezer dagen werd
deze ontwikkeling nog versneld,
toen de Bank voor Nederland
sche Gemeenten zich bereid
toonde voor onderhandse 40-
jarige leningen 4% rente te be
talen. Tot welke koersdalingen
en tot welke stijging van het ef
fectieve rendement deze ontwik
keling in de loop van vijf weken
heeft geleid, spreekt duidelijk
uit de tabel, die zoals iedere
maand aan het einde van deze
rubriek is opgenomen.
13-4-19)6 18-3-1936
33 H°/« Nederland 1947
983/8
(3>59°/<0
93V4
(3,89%)
334°/° Nederland 1954
9515/w
(3,60%)
9^/2
(3,97%)
3%%) Nederland 1953
ioi72
(3,67%)
99
(3,87%)
3België 1955
iooVs
(3,78%)
97
(4,04%)
3 J4fl/o Nederland 1956
99
(3,63%)
9«V.
(3,88%)
334fl/o Nederland 1953
997/8
(3,54°/o)
96V4
(3.9i0/»)
3% Grootboek 1946
955A«
(3,49°/o)
(3,91%)
3% Nederland 196264
98 v2
(3,23%)
9513/ie
(3,62%)
3% Investeringscert.
983A„
(3,3 i°/o)
95aU
(3,70%)
822
9i3/s