De verlaging van de verplich te kasreserve voor de April-Mei periode van 10% tot 8% bete kende uiteraard een verruiming van de geldmarkt. De situatie bleef echter gespannen (metcall- geld op 1^4%), nu de deviezen reserve verder daalde en de bankbiljetten-circulatie in ver band met de bijzondere loonuit- keringen slechts zeer langzaam terugliep. Zou in de nieuwe periode het kasreserve-percentage weer tot het oude niveau van 10% wor den verhoogd, dan gaat de geld markt wel een zeer zware maand tegemoet. De 2% verho ging zou inhouden, dat hetbank- wezen gemiddeld ongeveer 100 millioen meer moet aanhouden op de renteloze rekening bij De Nederlandsche Bank; het schat kistpapier, dat in de nieuwe pe riode kwam te vervallen, is reeds goeddeels in betaling ge geven bij de storting voor de jongste staatslening, zodat daar uit geen verruiming van beteke nis is te verwachten. Bovendien moet erop worden gerekend, dat de eerste vacantietoelagen tot uitkering gaan komen, zodat de bankbiljettenomloop hoog gaat blijven. Mag men er tenslotte ook niet op rekenen, dat het buitenlands betalingsverkeer on ze binnenlandse geldhoeveelheid zal verhogen, dan ziet het er voor de geldmarkt wel weer erg som ber uit. Moet men dus van een zeer krappe geldmarkt spreken, de ontwikkeling op de obligatie- markt houdt daarmee zeer nauw verband. Reeds tegen het einde van het vorig jaar kon men met zeker heid vaststellen, dat het einde in zicht was van een langdurige pe riode van zeer lage kapitaalrente en dat men kan gaan spreken van een tendens tot rentestijging. Het mislukken van de tweede 334% Staatslening 1955 kan ver oorzaakt zijn door het feit, dat de grote beleggers op dat mo ment volbelegd waren (dat zou dan betekenen, dat de emissie niet juist was getimed), ander zijds was het toch ook zo, dat men een stijging van de algeme ne rentevoet voelde aankomen; immers, het koersvoordeel en daardoor de rendementsverbete ring, die de grote beleggers kon den bedingen door aankopen van die Staatslening op termijn, bleek in het algemeen niet groot genoeg om tegemoet te komen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 41