voorstellen worden gedaan. En overigens nog geen zorgen voor de tijd. Die zijn voorlopig voor de Centrale Bank, die uiteraard in overleg zal treden met onze zuster-instelling te Utrecht en contact zal opnemen met het Ministerie van Financiën. Zie daar M.d.V., Geachte Vergadering, enige mededelin gen over uiteenlopende onder werpen, die van groot actueel belang voor beheerders en kas siers van boerenleenbanken kun nen worden geacht. Laten wij op dit ogenblik de geschetste fiscale narigheden maar even uit het hoofd zetten en ons liever bezinnen op de ware boerenleenbank-activiteit: het bevorderen van het sparen, het girale betalingsverkeer en de crediet- en voorschotverlening, die de zin en betekenis van ons werk vormen. Mogen wij daarin steeds meer het ideaal benade ren van een doeltreffend dienst betoon aan boer en tuinder en het gehele platteland. Het grote belang daarvan spreekt met de dag meer nu steeds grotere ka- pitaalseisen aan land- en tuin bouw worden gesteld en nu heel wat bedrijven ervoor staan om zich om te schakelen op een meer intensieve of meer ratio nele bedrijfsvoering. Nu, zoals in de negentiger jaren, zal het landbouwkrediet wederom zijn uiterste krachten moeten in spannen om in de sterk toene mende financieringsbehoeften van land- en tuinbouw te voor zien. Laten wij ervoor zorgen, dat een doeltreffend boerenleen bankapparaat overal ter beschik king staat om boer en tuinder te helpen nu opnieuw moeilijkhe den dreigen. Ongetwijfeld zullen wij deze kunnen overwinnen met stands organisaties, die vooral op het gebied van onderwijs en voor lichting hun taak verstaan, met coöperaties, die in efficiënt en zakelijk beheer boer en tuinder het beste weten te bieden en met boerenleenbanken, die financiële sterkte paren aan een perfect dienstbetoon. Moge Gods zegen onze ge meenschappelijke krachtsinspan ning bevruchten. 817

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 37