boerenleenbanken zijn genomen, beursnotering kunnen worden gevraagd en langs die weg de ontstane moeilijkheden kunnen worden opgelost. Een dergelijke oplossing zou mogelijk zijn, om dat dergelijke obligaties, die door tussenkomst van onze Cen trale Bank zijn uitgegeven, ge heel voldoen aan de eisen, die worden gesteld om voor beurs notering in aanmerking te ko men. Maar daarmede zijn wij nog niet klaar. Daar is nog het boekjaar 1955, ten aanzien waar van de aanslagen nog moeten worden geregeld. En zelfs zou de fiscus ten aanzien van de laatste vijf boekjaren, ook indien de aanslagen al definitief zouden zijn opgelegd, navordering in overweging kunnen nemen d.w.z. het gewone tarief heffen van 40 tot 43% b.v. omdat een boerenleenbank in die jaren een pandbrief Boeren-Hypotheek- bank had of een obligatie van een coöperatie, zonder dat de Boeren-Hypotheekbank of die coöperatie lid waren van die boerenleenbank. Deze mogelijk heid bestaat, maar laat ik eraan toevoegen, ik wil niet eraan ge loven, dat de fiscus de praktijk zou willen toepassen achteraf met een geheel nieuwe interpre tatie te komen, waaraan blijk baar noch de inspectie noch de belastingplichtige heeft gedacht om op basis daarvan tot navor dering over te gaan, nog daarge laten, of in die gevallen wel van een zodanig nieuw feit sprake is, op grond waarvan tot navor dering zou kunnen worden be sloten. Aan navordering wil ik niet geloven noch denken, maar mocht de fiscus onverhoopt an ders erover denken, dan zijn er nog rechters, want ongetwijfeld kan over de volkomen willekeu rige interpretatie, ingevolge wel ke b.v. crediet in lopende reke ning aan een kruisvereniging of aankoop van een ter beurze ver handelde obligatie van een land bouwcoöperatie geen credietver- lening is en de aankoop van een pandbrief Boeren-Hypotheek bank wel, nog altijd worden ge procedeerd. Geachte Vergadering, zie daar een ongelukkig en moeilijke stand van zaken, die de komende tijden heel wat hoofdbrekens aan beheerders van de Centrale Bank zal geven. Wij verwachten, dat de boe renleenbanken zich zullen hou den aan de bij deze gegeven richtlijnen om zich hangende de ontstane zekerheid te onthou den van de gewraakte uitzettin gen als aankoop van obligaties, uitgegeven door coöperaties en van pandbrieven Boeren-Hypo theekbank. Mocht tot overne ming van de desbetreffende uit staande posten worden besloten, dan zullen U daartoe de nodige 816

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 36