8ïï
den naar de plaatselijke boeren
leenbank krijgen overgeschre
ven. Bij de uitvoering van de
mijnspaarregelingen hebben
6.000 mijn-arbeiders en mijn-be
ambten te kennen gegeven hun
spaargelden bij de boerenleen
bank te doen administreren. Zo
moet het ook gaan, wanneer el
ders bedrijfsspaarregelingen
worden ingevoerd. Daar moeten
we bijtijds bij weten te zijn om
de bedrijfsleiding te laten we
ten, dat het belang en het ge
mak van de ten plattelande wo
nende arbeiders medebrengt,
dat hun spaargelden naar de
boerenleenbank worden overge
schreven. Dit is ook een groot
algemeen plattelandsbelang,
waarbij wij kunnen denken aan
de financiering van allerlei wer
ken ter plaatse evenals aan de
financiering van het agrarische
bedrijfsleven, dat met deze
spaargelden kan worden bevor
derd.
Ongetwijfeld zal binnen af
zienbare tijd het bedrijfssparen
bij onze boerenleenbanken een
bijzondere betekenis gaan krij
gen, indien zal worden overge
gaan tot de invoering van een
premie-spaarregeling voor jeug
dige spaarders. Naar verluidt,
heeft de Regering in beginsel
besloten tot invoering van een
premie-spaarregeling voor jeug
dige personen in de leeftijd van
16 t/m 24 jaar. De opzet van een
dergelijke lening zal waarschijn
lijk zijn, dat over de binnen het
kader van een dergelijke spaar
regeling ingelegde gelden, die
gedurende een vooraf bepaalde
periode op spaarrekening heb
ben uitgestaan, een premie van
Rijkswege zal worden verleend.
Heel wat jeugdige personen
zullen onder vigueur van een
dergelijke regeling ertoe over
gaan om een spaarregeling te
doen openen hetzij individueel
dan wel door aansluiting bij een
bedrijfsspaarregeling; ook valt
te verwachten, dat de premie-
spaarregeling voor jeugdige per
sonen stimulerend zal werken
ten aanzien van het tot stand-
brengen van bedrijfsspaarrege
lingen.
Bij al deze nieuwe ontwikke
lingen zullen onze boerenleen
banken betrokken worden en zij
moeten er ook bij zijn om hun
aandeel in de besparingen te
blijven verkrijgen.
Maar, onze boerenleenbanken
zullen slechts dan met deze ont
wikkeling mee kunnen, indien
het dienstbetoon bij de boeren
leenbank daarop bijtijds wordt
ingesteld. Dit vraagt, dat be
heerders en kassiers alle aan
dacht geven aan de inrichting en
huisvesting van de boerenleen
bank; dit vraagt ook, dat de ad
ministratie aan een dergelijke