jaar nog een weliswaar klein overschot vertoonde, heeft De Nederlandsche Bank zich kunnen beperken tot een zekere afremming van de kredietexpan sie van het bedrijfsleven. Dit is geschied door in overleg met de handelsbanken bepaalde finan cieringen, zoals van investerin gen en van verkopen op afbeta lingen, van het bankwezen naar de kapitaalmarkt over te heve len; voorts werd getracht door verhoging van de rente voor schatkistpapier geld, dat anders als financieringsmiddel had kun nen worden gebruikt, te binden; tenslotte werd de politiek be stendigd, ingevolge welke de banken verplicht zijn een deel van haar tegoeden op renteloze rekening bij De Nederlandsche Bank aan te houden. Meer in grijpende vormen van monetaire politiek zijn in 1955 niet toege past, omdat de leiding van De Nederlandsche Bank die, gezien de ontwikkeling, niet gerecht vaardigd achtte. Intussen gaat deze ontwikkeling verder en U herinnert zich dat enige maan den geleden de disconto-politiek wel werd toegepast in die zin, dat een verhoging van de dis conto-tarieven bij De Neder landsche Bank met een H0/" plaats vond. Al deze maatrege len duiden erop, dat De Neder landsche Bank bezig is geleide lijk aan de teugels van de kre dietfinanciering aan te trekken door het geld schaars en duur te maken. Indien de monetaire situatie minder gunstig zou worden en zonder ons aan pessimisme over te geven, moeten wij toch daar wel rekening mee houden zouden op grond van de uit latingen van de President ver dergaande maatregelen aan de orde kunnen komen, waarbij ge dacht kan worden aan maatre gelen, die gericht zijn op een rechtstreekse beperking van de mogelijkheden tot kredietverle ning. Nu is het ons uit ervaring be kend, dat bij het treffen van dergelijke kredietbeperkings- maatregelen als algemeen uit gangspunt geldt, dat de krediet verlening door het boerenleen bankwezen gelijk wordt behan deld als de kredietverlening, die door het handelsbankwezen wordt verzorgd. In dit verband is het van belang na te gaan, of inderdaad uit een monetair as pect de kredietverlening door boerenleenbanken en handels banken kan worden gelijk ge steld. Ook hiervoor geeft het verslag van De Nederlandsche Bank belangrijke aanknopings punten. Zo wordt b.v. een af zonderlijke paragraaf gewijd aan een analyse van de activa en pas siva der handelsbanken volgens monetair gezichtspunt en de 807

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 27