8oo
kracht, ten aanzien waarvan in
het jaarverslag van De Neder-
landsche Bank zeer juist werd op
gemerkt, dat wij met onze tel
ken jare met twee procent stij
gende actieve beroepsbevolking
onze positie ook tegenover de
sterkste concurrentie moeten
kunnen handhaven. Indien ten
aanzien van lonen en prijzen niet
de nodige zelfbeperking aan de
dag wordt gelegd, vrees ik, dat
vooral wij in de landbouw en in
het landbouwcredietwezen in de
hoek zullen komen te zitten
waar de slagen vallen, terwijl
juist de landbouw en het land-
bouwcrediet, wat prijs- en cre-
dietinflatie betreft, het minst
schuldig zijn. De ontwikkeling
in 1955 wat betreft de prijzen
voor sommige landbouwproduc
ten en het dalend aandeel van
de landbouw in het nationaal
inkomen wezen reeds daarop.
Gaarne erken ik, dat prijsstabi-
lisatie een groot goed is, maar
het kan niet voortduren, dat
deze goeddeels wordt verkregen
door dalende prijzen voor land
bouwproducten tegenover prijs
stijgingen elders. En ook vrees
ik, dat, indien een verdere toe
neming van de binnenlandse be
stedingen ten koste zou gaan
van de reserves aan buitenlandse
betalingsmiddelen, maatregelen
niet zullen uitblijven ter beper
king van die bestedingen, waar
bij waarschijnlijk de landbouw
en ook het landbouwcrediet het
zouden moeten ontgelden. In
dat verband meen ik te mogen
stellen, dat, indien de toekom
stige ontwikkeling met zich zou
brengen een noodzaak tot be
perking van de binnenlandse be
stedingen, teneinde deze in over
eenstemming te houden met de
produktie-kracht van het land,
er dan zal moeten worden geof
ferd óf op het altaar van het
verbruik óf van de investerin
gen. Mij dunkt echter, dat de
verantwoordelijkheid voor onze
kinderrijke gezinnen, de keuze
in deze niet moeilijk maakt n.1.
dat wij moeten kiezen voor de
toekomst. Deze kan echter
slechts worden veilig gesteld
door investeringen, die de werk
gelegenheid en de produktivi-
teit blijven bevorderen.
De directie zal wellicht gele
genheid vinden om dit punt
straks nader uit te werken wat
betreft de monetaire zijde ervan,
vooral met het oog op de finan
ciering van de noodzakelijke in
vesteringen in land- en tuin
bouw, die bij eventuele crediet-
beperkingsmaatregelen zouden
moeten worden ontzien, voor
zover zulks monetair verant
woord is.
En nu iets over de verrassen
de cijfers der boerenleenbanken,
die getuigen van het spaarver-
mogen en van de spaarzin van
het platteland; die getuigen ook