795 bevolking zijn ingesteld, niet toekomen. De boerenleenbanken moeten drijven op de rentabili teit van het spaarbankbedrijf. Het girobedrijf en het verlenen van credieten en voorschotten bete kenen in finantieel opzicht veel eer een last, omdat de daaraan verbonden kosten relatief te hoog zijn en bij verhoging der tarieven de sociale opzet van het landbouwcrediet in het gedrang zou komen; waaraan dan de ge volgtrekking wordt vastge knoopt, dat het boerenleenbank wezen in fiscaal opzicht anders behoort te worden behandeld dan de handelsbanken, omdat fiscale gelijkstelling met deze banken zou betekenen, dat de boerenleenbanken de grote cate gorie van kleine bedrijven, die op de grens van de rendabiliteit leven, zou moeten loslaten. Zo zijn er nog tal van andere punten, die ik uit dit rijke ver slag naar voren zou kunnen ha len. Ik zal dit echter niet doen, ook omdat ik weet, dat de voor zitter van ons Bestuur in zijn toelichting tot de te behandelen jaarstukken in dit verband ook nog het een en ander zeggen zal. Ik wil mij echter nog wel gaarne aansluiten bij het Be stuur, wanneer dit zijn erkente lijkheid betuigt tegenover de be heerders en kassiers der aange sloten boerenleenbanken, alsme de aan het personeel der Cen trale Bank voor de in het afge lopen boekjaar wederom onder vonden medewerking. Ik breid echter deze dankbetuiging uit tot de directie, die zich ook dit jaar wederom met zeer te waar deren toewijding en kennis van zaken aan haar veelomvattende taak heeft gewijd en aan het Be stuur zelve voor zijn nooit ver flauwende zorg voor de behar tiging van onze belangen. Ik meen M. H. ook nog en kele woorden te moeten wijden aan het verslag van de N.V. Ge meenschappelijk Bankkantoor, waarin de Centrale Banken van Utrecht en Eindhoven sinds ver schillende jaren in een vriend schappelijke verhouding samen werken en dat U tegelijk met ons eigen jaarverslag is toegezonden. Veel behoef ik daarover niet te zeggen. Een vluchtige blik op dit verslag zal U er reeds van overtuigd hebben, dat deze sa menwerking zeer vruchtdra gend is geweest, omdat zij ons de gelegenheid biedt belangen waar te nemen, welke niet of minder goed door de beide ban ken afzonderlijk zouden kunnen worden behartigd, en bovendien een saldo winst van ruim 149.000,heeft opgeleverd. M.H., ik nader nu het einde van mijn inleiding, doch wil eerst nog een bijzonder woord van welkom richten tot onze genodigden, wier aanwezigheid

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 15