746 landbouw gedurende de eerstko mende jaren. Kunnen nu de boerenleenbanken in de te verwachten financie- ringsvraag voorzien? Deze vraag kan ongetwijfeld bevestigend worden beantwoord. Zulks is in de eerste plaats het geval voor wat betreft de financieringsmiddelen, die dooi de boerenleenbanken ter be schikking kunnen worden ge steld. M.a.w. verwacht mag worden, dat de boerenleenban ken over voldoende middelen beschikken om in de crediet- en voorschotaanvragen, die ver band houden met deze te ver wachten investeringen, te kun nen voldoen. Deze uitspraak zal erg boud klinken in het licht van de fan tastische bedragen, die zijn ge noemd. Ons optimisme gronden we op de navolgende redene ring: Stel dat de benodigde 700.000.000,aan vreemde middelen alleen bij de boeren leenbanken worden opgenomen, dan zou bij de bij onze Centrale Bank aangesloten boerenleen banken een financieringsvraag kunnen worden verwacht in de onderwerpelijke 20-jarige perio de van 2/5 van 700.000.000, of van 280.000.000,De aan die boerenleenbanken toever trouwde middelen belopen rond 900.000.000,waarvan een bedrag van 800.000.000, in de vorm van spaargelden. Al leen de rente van deze spaargel den brengt per jaar een bedrag op v. nagenoeg 20.000.000, Indien men zou uitgaan van 280.000.000,in een twintig jarige periode, zou zulks beteke nen, dat per jaar gemiddeld 14.000.000,nodig zou zijn, dat is derhalve nog ruimschoots minder dan alleen de rente-op brengst van het aan de bij onze Centrale Bank aangesloten ban ken toevertrouwde spaarkapi taal. En zelfs indien deze rente opbrengst in contanten zou wor den opgenomen en derhalve de besparingen bij de boerenleen banken niet zouden toenemen, dan nog geven de boerenleen banken geen krimp, omdat zij tot nu toe van de aan haar toe vertrouwde 900.000.000, slechts 1/3 zelf hebben uitgezet. Dit is voor een bedrag van 300.000.000,Zelfs indien de aan de boerenleenbanken toevertrouwde middelen hoe genaamd niet zouden stijgen, zou toch een financieringsaan- vrage tot een bedrag van 280.000.000,door de boe renleenbanken nog kunnen wor den gefinancierd. Wij hebben evenwel voldoen de vertrouwen, zowel in de spaarzin van de plattelandsbe volking als in de activiteit van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 6