744
klein dan wel met een groter
bedrijf.
Verschil in kapitaalsintensiviteit
van het kleine en het grotere ge
mengde bedrijf.
Op de kleine, meestal onvol
doende geintensiveerde bedrij
ven tot 6 en 7 H.A., zal de boer
voor een keuze staan van ver
dere intensivering of vergroting
van zijn bedrijf. In dit laatste
verband kan worden gewezen
op het verschijnsel, dat het aan
tal bedrijven van i tot 5 H.A.
afneemt. Deze ontwikkeling
doet zich met name voor aan de
rand van de steden, waar de
kleine boer door de hoge lonen
in de industrie alsmede door de
hogere kinderbijslagen dan aan
de kleine zelfstandigen worden
uitgekeerd, ertoe gebracht wordt
om zijn landbouwbedrijf eraan
te geven en als arbeider over te
stappen naar de industrie. Ook
ziet men eigenaren van kleine
bedrijfjes de weg opgaan naar de
emigratie, waarin zij de kans
hebben om zich in de landbouw
op een ruimere basis te ontplooi
en en tegelijkertijd meer moge
lijkheden hebben om de toe
komst van hun kinderen veilig
te stellen.
Hierdoor komen landbouw
gronden vrij en ontstaan moge
lijkheden voor andere kleine be
drijven om de basis van hun tot
dan toe klein bedrijf te verbre
den. In dezelfde richting werkt
uiteraard ook de streeksanering,
die gepaard gaat met de over
gang van eigenaren van bedrij
ven naar de IJsselmeerpolders,
wier gronden dan voor anderen
vrijkomen.
Op de wat grotere bedrijven
zal de boer met nog geen mede
werkende kinderen of wel één
betaalde arbeidskracht moeten
aanhouden en dan is er uit
dien hoofde een noodzaak tot in
tensivering van het bedrijf
ofwel tot een betrekkelijk exten
sieve bedrijfsvoering moeten
overgaan met de noodzaak van
een zekere rationalisatie.
Zowel intensivering als ratio
nalisatie zullen echter gepaard
gaan met investeringen, die fi
nancieringsmiddelen vragen, zo
als voor uitbreiding en moder
nisering van de bedrijfsgebou
wen, uitbreiding en verbetering
van de veestapel, aanschaf van
machines en werktuigen.
Meer kapitaal voor grond en ge
bouwen, voor inventaris en voor
bedrijfsfinanciering.
Uit de geschetste ontwikke
ling volgt, dat er meer kapitaal
nodig zal zijn voor grond en ge
bouwen. Hiertoe zal men moe
ten kunnen beschikken over ka
pitaal, dat op lange termijn ter
beschikking staat.