FINANCIERINGSPROBLEMEN IN HET GEMENGDE LANDBOUWBEDRIJF1) Arbeid en kapitaal in het ge mengde bedrijf. In de min of meer revolutio naire ontwikkeling, waarin wij leven, wordt de factor arbeid steeds schaarser en duurder. Dit heeft tot gevolg, dat met de in zet van arbeid in de landbouw meer en meer economisch wordt omgesprongen. We zien dan ook, dat het oude spreekwoord: „vele handen maken het werk licht" steeds minder in toepas sing wordt gebracht. In plaats van de vele handen treedt het kapitaal en wel in het bijzonder in de vorm van de arbeidsbespa rende mechanisatie. De ontwikkeling wordt be vorderd door de schaarste aan arbeiders maar evenzeer door de wens om de beloning van het arbeidsinkomen hoger op te voe ren, opdat kan worden bereikt, dat de in de landbouw aange wende arbeid niet minder wordt betaald dan de arbeid, die in de overige sectoren van het econo misch leven wordt verzet. Sociale en economische facto ren doen hierbij hun invloed gel den. Het isolement van het plat teland zoals dat voorheen be kend was, is of wordt doorbro ken, met als gevolg, dat burgers en boeren meer en meer naast elkander komen te leven, en een verschil in arbeidsbeloning niet meer wordt aanvaard. De toene mende verkeersmogelijkheden hebben ook een grotere mobili teit, d.w.z. een grotere bewege lijkheid van de landarbeid moge lijk gemaakt, met als gevolg, dat de te plattelande aanwezige ar beidskrachten gemakkelijk door de industrie kunnen worden aan getrokken. Deze invloeden wer ken verschillend uit, alnaarge- lang we te doen hebben met een De resultaten in het land bouwbedrijf komen tot stand door combinatie van de z.g. pro ductiefactoren: grond, kapitaal en arbeid. De productiefactor grond zal meestal een vast gege ven zijn. In de praktijk van de financiering gaat het met name over de juiste dosering van de productiefactoren arbeid en ka pitaal in hun onderlinge verhou ding. Voordracht door Mr. Ph. C. M. van Campen gehouden voor de ver gadering van kringbesturen van de N.C.B. op j maart 1956.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 3