V*ojiaganda
<^Bedrij}óóparen
bij de boerenleenbanken
Nu een vrijere loonvorming
in het industriële bedrijfsleven
mogelijkheden schept voor dc
verbetering van de z.g. secun
daire arbeidsvoorwaarden (de
bijkomende voorwaarden naast
het overeengekomen salaris), be
ginnen vele industrieën een ge-
subsidiëerde bedrijfsspaarrege-
ling onder hun werknemers te
propageren. Dat dit streven van
betekenis is voor de spaarvor-
ming op het platteland, wordt U
duidelijk, wanneer U bedenkt,
dat ons land zich steeds meer als
industrieland ontwikkelt. Wer
ken tegenwoordig in de U.S.A.
33 van de honderd werknemers
in de industrie, in ons land zijn
het er reeds 40 op de 100.
Deze ontwikkeling zal ook ge
volgen hebben voor de boeren
leenbanken als spaarbank, te
meer nu steeds meer jongeren
geen bestaan meer kunnen vin
den in de landbouw en een kost
winning verwerven in de indus
trie. Verheugend is het te kun
nen constateren, dat meestal
deze jongere werknemers blijven
sparen bij de boerenleenbank.
Zij hebben begrepen dat het ook
in hun belang is om mee te wer
ken aan de versterking van de
plaatselijke welvaart door hun
spaargelden toe te vertrouwen
aan een plaatselijke instelling,
die deze ook weer bij voorkeur
ter plaatse uitzet.
Dat het boerenleenbankwerk
in de afgelopen decennia van
grote betekenis is geweest voor
de plaatselijke gemeenschap,
blijkt duidelijk uit de getuigenis
van een zakenman op het platte
land: „Om de betekenis van het
boerenleenbankwerk in de afge
lopen jaren aan te geven voor
onze plaats behoef ik slechts tc
kijken naar mijn eigen zaak.
Niet dat ik geld van de boeren
leenbank nodig heb gehad voor
de opbouw van mijn zaak, maar
de boerenleenbank is het ge
weest, welke mijn klanten cre-
dietwaardig gemaakt heeft en zo
mijn risico verkleind heeft. Zij
heeft mij indirect de middelen
verschaft om deze stand van za
ken te bereiken."
Hieruit blijkt duidelijk, dat