dat beheerders, die de jaarlijkse
cursussen bijwonen en de Maan
delijkse Mededelingen geregeld
lezen, gezien hun kennis van het
boerenbedrijf en hun ervaring,
méér weten dan de kassier. Ver
der lezen wij in de brief, dar op
boerenleenbanken, waar de be
heerders voor hun taak berekend
zijn, de kassier hiervan veel nut
kan hebben. Ook willen wij U
niet onthouden, dat een „Be
stuur, dat het wel gelooft" een
ramp moet betekenen voor de
boerenleenbank en dat een direc
teur, die een „Joris Goedbloed"
is, een blok aan het been van de
kassier betekent. Onze kassier
zegt hier wel bij, dat hij zich er
van bewust is, dat hij het heeft
over twee uitersten. Toch vin
den wij het nuttig om deze beide
„uitersten" aan de lezers van dit
maandblad voor te leggen.
Laten de beheerders er in ie
der geval van doordrongen zijn,
dat zij een taak hebben te ver
vullen ten aanzien van de boe
renleenbank en niet minder ten
aanzien van de leden. De Boe
renleenbank is er voor de leden,
niet omgekeerd. Wij kunnen het
er ook over eens zijn, dat een
deel van deze taak ligt op het
terrein van de crediet- en voor
schotverlening. Daaruit volgt,
dat de beheerders op de eerste
plaats tot plicht hebben zich zo
spoedig mogelijk in deze taak ir
te werken en op de tweede
plaats er voor te zorgen, dat
deze taak van de boerenleenbank
in het belang van de leden en
van de gehele gemeenschap in
de kring van de boerenleenbank
zo goed mogelijk tot zijn recht
komt.