754
heid om naast een deskundige
behandeling van financierings
problemen de benodigde midde
len tegen de gunstigst mogelijke
voorwaarden ter beschikking te
stellen.
Voorlichting kan op velerlei
wijzen gegeven worden. Het
meest sprekend en doeltreffend
wordt deze, indien zij uit de
dorpsgemeenschap zelf komt;
d.w.z. door de beheerders van
de boerenleenbanken wordt ge
geven. Helaas, zelfs niet al deze
beheerders zijn volkomen ter
zake kundig. Dit is een gebrek,
dat zo spoedig mogelijk verhol
pen dient te worden. De beheer
ders hebben immers een boeren-
leenbanktaak op zich genomen
en zij kunnen deze taak slechts
goed tot uitvoering brengen als
zij trachten zich zo goed moge
lijk op de hoogte te stellen, op
welke wijze en tegen welke
voorwaarden de boerenleenbank
een helpende hand kan reiken.
De Centrale Bank tracht de
voorlichting in deze op een
steeds hoger peil te brengen. De
medewerking van de beheerders
moet echter verkregen worden
om de ter zake verstrekte circu
laires en andere mededelingen
te bestuderen en te verwerken.
Niet alleen om te voorkomen,
dat de personen, die voor het
zaken doen met de boerenleen
bank in aanmerking komen, op
een minder aangepaste of on
voordeliger manier geholpen
worden, is activiteit van de
plaatselijke beheerders gewenst,
doch ook en wel in het bij
zonder om conservatisme en
achterdocht te overwinnen. Men
komt het nog herhaaldelijk te
gen, dat boeren en tuinders niet
uit hun bedrijven halen wat re
delijkerwijze verwacht kan wor
den. In een groot aantal geval
len blijkt dan, dat er bepaalde
investeringen hadden moeten ge
schieden, welke achterwege zijn
gebleven, omdat voor de finan
ciering hiervan de contante mid
delen ontbraken. Uit conserva
tisme of andere niet zakelijke
overwegingen wilde men ook
geen geld opnemen. Wanneer
aan dergelijke personen duidelijk
kan worden gemaakt, dat de
boerenleenbank als regel het be
nodigde crediet of voorschot ter
beschikking kan stellen, en uit
eengezet wordt, dat dit op een
zeer eenvoudige wijze bewerk
stelligd kan worden, dan wordt
aan deze „achterblijvers" een
grote dienst bewezen.
Is een dergelijke voorlichting
verantwoord?
Het komt ons voor, dat inder
daad een dergelijke actieve voor
lichting van de zijde van beheer
ders verantwoord is, hoezeer
huiver bestaat ten aanzien van
de vraag, of het kapitaal, dat in