komst, de huidige loopt op 31 juli af. In Genève zijn sedert enige weken 50 landen aan het onder handelen over een nieuwe tar- we-overeenkomst. De conferen tie had een zeer slecht begin. Engeland deelde namelijk mee, dat dit land (in 1949 wel, maar in 1953 geen lid van de tarwe- overeenkomst) niet mee zou doen, als het karakter van de overeenkomst niet grondig ge wijzigd zou worden. Engeland acht het noodzakelijk dat maat regelen getroffen worden, waar door er een betere verbinding tussen het aanbod van en de vraag naar tarwe zou komen en waardoor binnen de grenzen van maximum- en minimum prijzen de tarweprijs zich vrij zou kunnen ontwikkelen. Men is nu aan het onderzoe ken of het mogelijk zal zijn een overeenkomst te sluiten zonder Engeland. De uitvoerlanden voe len er wel voor, maar dan moe ten de importlanden zich ver plichten gezamelijk een flinke hoeveelheid (niet veel beneden 15 millioen ton per jaar) af te nemen tegen de minimumprijs. Maar het staat geenszins vast, dat de invoerlanden hiertoe be reid zullen zijn. Zodoende is het nog een geheel open vraag, of ei na 31 juli a.s. nog een interna tionale tarwe-overeenkomst zal zijn. Sedert enige jaren bestaat er ook een internationale suiker overeenkomst met een soortge lijk doel: een zekere stabilisatie van de suikerprijs op de wereld markt. Deze overeenkomst loopt in 1957 af en in de loop van dit jaar zal een conferentie worden gehouden om zo mogelijk tot hernieuwing van deze overeen komst te komen. Amerikaanse uitvoerpolitiek. Een van de belangrijkste re denen, waarom vele invoerlan den niet heel veel voelen voor het op zich nemen van de ver plichting een flinke hoeveelheid tarwe binnen een tarwe-over eenkomst aan te kopen, vindt zijn oorsprong in de afzetpoli- tiek van de Verenigde Staten. Dit land gaat er namelijk steeds meer toe over tarwe en andere surplus-producten aan andere landen tegen bijzondere voor waarden te verkopen, b.v. tegen betaling in nationale valuta, te gen lage prijzen, enz. Dergelijke kansen willen de importlanden straks niet missen en daarom willen zij nu hun landen zoveel mogelijk vrijhouden. In de Maandelijkse Medede lingen van januari j.1. schreven we reeds, dat de Verenigde Sta ten in dit (verkiezings-)jaar langs allerlei wegen zou trach ten meer overschot-producten aan andere landen kwijt te ra-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 9