Hiertegenover staat, dat wan
neer ieder bedrijf afzonderlijk
wordt bekeken, blijken zal, dat
van een toeneming van de in-
ventariswaarde niet steeds spra
ke is. Het tegendeel is ook wel
eens het geval. Een geldgever
moet hiermede rekening houden.
Verder hebben met name de
boerenleenbanken de sociale taak
om de spaarzaamheid te bevor
deren. Dit sparen geschiedt in
dien aflossingen op leningen ge
sloten ten behoeve van inventa
rissen worden gedaan en de
waarde van deze inventaris niet
vermindert, doordat deze tijdig
vervangen en aangevuld wordt
zonder voor de financiering
hiervan nieuwe gelden op te ne
men.
Bovenstaande redenering met
betrekking tot de minimaal
noodzakelijke jaarlijkse aflossing
op leningen is in theorie volle
dig juist. Het blijkt evenwel, dat
de bedrijf suitkomsten in de
landbouw zeer wisselvallig zijn.
Zo kunnen er jaren voorkomen,
dat uit de opbrengst van de
landbouwproducten geen af
schrijving vrijkomt; ófwel door
de lage opbrengstprijs ófwel
door de geringe kwantitatieve
opbrengst. In andere jaren met
goede oogsten en goede prijzen
zal de boer in staat zijn om meer
dan vastgesteld is af te schrijven.
Hier komt de grote verdienste
van ons boerenleenbanksysteem
naar voren. Een schuldenaar van
een boerenleenbank is steeds vrij
om versterkt af te lossen. Dit
zonder boetebepalingen of der
gelijke belemmeringen. Doch
ook kan de boerenleenbank zich
een schuldeiser met begrip to
nen, indien de voorschotnemer
door oorzaken buiten zijn schuld
niet aan de overeengekomen af-
lossingsplicht kan voldoen. Het
is veelvuldig voorgekomen en
het zal ook in de toekomst nog
voorkomen, dat besturen der
boerenleenbanken, eventueel on
der goedkeuring van de Raad
van Toezicht en de Centrale
Bank, uitstel van aflossing gedu
rende één of meerdere jaren ver
lenen. Ook bestaat de mogelijk
heid een geheel nieuw aflos
singsschema vast te stellen, dat
aangepast is aan veranderde om
standigheden.
Nogmaals mag hier worden
vermeld, dat door een prijssta-
bilisatie der landbouwproducten
en vooral de vaststelling van mi
nimum prijzen op kostprijsni
veau, de moeilijke financierings
problemen in de landbouw een
voudiger tot oplossing te bren
gen zijn, dan indien de prijsbe
paling in de agrarische sector
aan de wereldconcurrentie
wordt overgelaten. Indien im
mers de noodzakelijke afschrij
vingen niet uit de opbrengsten
vrijkomen, dan kan door een
721