begaan, ook nog moeten worden
uitgeboet. Doch we konden
heengaan onder velerlei verma
ningen, maar zonder absolutie.
Thuis gekomen, bladerden wij
wat in de boeken en in het le-
denregister en we vonden, dat
wij nog best wat leden konden
gebruiken. Hoe meer zielen, hoe
meer vreugd.
Wat daarvan weer de konse-
kwenties kunnen zijn, weten wij
niet, want we zijn nogal in de
war. Maar we weten zeker, dat
ze op heel veel plaatsen precies
gereageerd hebben als wij. En
daarom was onze reactie nog
niet zo vreemd.
En dat alles wellicht om een
klein beetje „jalousie de métier".
KASSIER-REDACTEUR.
602