begaan, ook nog moeten worden uitgeboet. Doch we konden heengaan onder velerlei verma ningen, maar zonder absolutie. Thuis gekomen, bladerden wij wat in de boeken en in het le- denregister en we vonden, dat wij nog best wat leden konden gebruiken. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Wat daarvan weer de konse- kwenties kunnen zijn, weten wij niet, want we zijn nogal in de war. Maar we weten zeker, dat ze op heel veel plaatsen precies gereageerd hebben als wij. En daarom was onze reactie nog niet zo vreemd. En dat alles wellicht om een klein beetje „jalousie de métier". KASSIER-REDACTEUR. 602

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 48