IN MEMORIAM
Jhr Mr F. J. M. van Nispen tot Sevenaer
in leven lid van het Bestuur der Centrale Bank
Alhoewel niet onverwacht,
want reeds enige tijd was hij
door een kwaadaardige kwaal
aan het ziekbed gekluisterd, trof
toch het bericht van het overlij
den op de vroege morgen van
22 februari j.1. van Jhr Mr F. J.
M. van Nispen tot Sevenaer, in
leven bestuurslid van onze Cen
trale Bank, als een slag.
In 1940 deed hij zijn intrede
in het Bestuur van de Centrale
Boerenleenbank en van de Boe-
ren-Hypotheekbank en was
sindsdien trouw comparant en
waardevol adviseur in de verga
deringen van de beide Bestuurs
colleges en ook daarbuiten, zo
dikwijls hij geroepen werd voor
onze Centrale Bank op te treden.
Geboortig uit een adellijk ge
slacht, dat van ouds zijn edelste
tradities beleefd heeft in de be
vordering van gezonde sociaal-
economische verhoudingen op
het platteland en de verheffing
van de boeren- en tuindersstand,
voelde hij zich sterk aangetrok
ken tot de behartiging van de
belangen onzer boerenleenbank
organisatie. Daarin toonde hij
zich een scherp beoordelaar van
de zaken, die aan zijn oordeel
werden onderworpen, doch te
gelijkertijd een vriend met een
warm hart voor al diegenen, om
wier belangen het daarbij ging.
Hij heeft zich verdiensten ver
worven niet alleen als lid van
het Bestuur van de Centrale
Boerenleenbank en van de Boe-
ren-Hypotheekbank, maar in
niet mindere mate als bestuurs
lid van talloze sociale en chari
tatieve instellingen. Node zal hij
worden gemist in de vergaderin
gen van het Bestuur van onze
Centrale Bank en in de talrijke
colleges, waarin hij in alle een
voud steeds een gezaghebbend
woord heeft gesproken.
Grote dank zijn wij hem ver
schuldigd voor hetgeen hij onze
boerenleenbankorganisatie gege
ven heeft in zijn werkzaamheid
als bestuurslid, in zijn waarde
volle adviezen, in zijn hartelijke
omgang en bovenal in zijn voor
beeld van karaktervastheid en
waardige eenvoud, waardoor hij
een sieraad was van onze orga
nisatie.
Dat de Heer van leven en
dood hem de beloning moge
schenken van de eeuwige aan
schouwing Gods, waarnaar hij
zo wezenlijk hunkerde, bidden
wij met zijn zwaarbeproefde fa
milie, in wier leed wij innig de
len.
Hij ruste in vrede!