674
door overgifte van hand tot
hand, is overgedragen) ter beta
ling worden aangeboden aan de
Bank, waarop zij is getrokken.
Tijd van betaling en herroeping.
De Bank is jegens de trekker
verplicht de chèque op de dag
van aanbieding te honoreren in
dien i. die aanbieding geschiedt
binnen een termijn van acht da
gen na de dag van uitgifte, dus
binnen acht dagen na de dag,
waarop zij blijkens haar datering
op de voorzijde is getrokken,
2. het tegoed of het crediet van
de trekker volledige betaling
toelaat, 3. wanneer een advies
regeling getroffen is, het advies
binnen is.
Is evenbedoelde termijn van
acht dagen verstreken, dan is de
Bank, ook al laat het tegoed of
het crediet van de trekker beta
ling toe, en is een advies inge
komen, niet meer verplicht te
betalen. Zij is echter daartoe wel
bevoegd; betaalt zij, dan kan zij
uiteraard evenals in geval van
verplichte betaling, op het te
goed of het crediet van de trek
ker haar verhaal nemen.
Een chèque kan door de trek
ker worden herroepen d.w.z. de
trekker kan aan de Bank kennis
geven, dat hij zijn betalingsop
dracht niet uitgevoerd wenst te
zien. Geschiedt deze herroeping
binnen meergenoemde termijn
van acht dagen, dan blijft de
Bank bij voldoende tegoed of
credietruimte verplicht te beta
len, indien de aanbieding van de
inmiddels herroepen chèque ge
schiedt binnen die termijn van
acht dagen, dus op een van de
acht dagen volgende op die van
uitgifte. Is die termijn verstre
ken en wordt een herroepen
chèque ter betaling aangeboden,
dan is de Bank echter niet meer
tot betaling bevoegd. Zou zij
toch betalen, dan kan zij het be
taalde bedrag niet ten laste van
de trekker brengen.
Aan wie moet worden betaald.
De Bank moet betalen aan de
gene, aan wie de chèque rech
tens toekomt. De vraag welke
hierbij rijst is, in hoeverre de
Bank heeft te onderzoeken of de
aanbieder van de chèque ook de
rechthebbende op de betaling is.
Hierbij zij nogmaals naar voren
gebracht, dat de hierboven aan
gehaalde bepaling van de bij de
Boerenleenbanken geldende Al
gemene Voorwaarden voor het
lopende rekeningverkeer, de
verantwoordelijkheid van de
Boerenleenbanken terzake van
onregelmatigheden bij het ge
bruik van de cliënten chèques
wel in aanmerkelijke mate be
perkt doch niet geheel opheft.
De Boerenleenbank kan beta
len aan de nemer, indien zij mag
aannemen dat de uitgifte op re
gelmatige wijze is tot stand ge-