6 yi Wanneer wij in het onder staande spreken over de chèque dan hebben wij enkel het oog op de cliëntenchèque, het for mulier 42. Begripsomschrijving. De chèque is een opdracht ge richt tot de Bank om bij aanbie ding van dat stuk een bepaald bedrag aan een op het stuk aan gewezen persoon te betalen. De opdrachtgever wordt de trekker genoemd, de Bank tot wie deze opdracht is gericht de betrokke ne, degene aan wie het bedrag moet worden uitbetaald de ne mer. De bedoeling van de trekker bij het afgeven van een derge lijke opdracht dient, zoals wij hierboven reeds hebben gezegd, te zijn, zich een ander betaal middel dan geld te verschaffen. De chèque behoort dan ook eigenlijk alleen gebezigd te wor den, wanneer die bedoeling in derdaad aanwezig is. Heeft A. aan B. een schuld te voldoen en zijn zij beide rekeninghouder bij dezelfde Bank, dan geve A. aan de Bank een gewone opdracht om ten laste van zijn lopende rekening het verschuldigde be drag over te schrijven op de re kening van B. (formulier AA 1 of 61). Hetzelfde geldt wanneer B. niet bij dezelfde Bank doch bij een andere Bank of bij de Postchèque- en Girodienst een rekening onderhoudt. Zou B. geen rekeninghouder zijn bij een Bank of bij de Postchèque- en Girodienst, dan kan A. zijn Bank opdracht geven om ten laste van zijn rekening het verschuldigde bedrag beschikbaar te stellen hetzij aan haar eigen kas (for mulier 30 B) hetzij aan de kas van een door B. aangewezen Bank (formulier AAi of 61). Zou A. in deze gevallen een chèque trekken dan zou hij de chèque gebruiken voor een doel waarvoor zij eigenlijk niet is be stemd, zulks uiteraard tenzij B. uitdrukkelijk een betaling met een chèque zou verlangen om deze zelve door middel van overdracht, waarover aanstonds, als betaalmiddel te kunnen be zigen. Uiterlijke vereisten. Aan een chèque worden wat vorm en inhoud betreft verschil lende eisen gesteld. Het zou ons echter te ver voeren daarop na der in te gaan. Het formulier 42 voldoet, mits goed ingevuld, aan die uiterlijke vereisten. De naam van de Bank en de plaats van haar vestiging moeten worden ingevuld; het bedrag dat de op drachtgever (trekker) betaald wenst te zien moet worden ver meld; de persoon aan wie be taald moet worden (nemer) moet worden aangewezen als mede de plaats en de datum van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 27