Was 1952 een jaar van laag
conjunctuur als logisch gevolg
van de al te felle wedloop naar
produktie en voorraadvorming
in 1950 (het Korea-iaar), sedert
1953 kent in het bijzonder West-
Europa een enorme groei van
zijn bedrijvigheid, een groei zo
onweerstaanbaar, dat ook de tij
delijke terugslag van 1954 in de
Verenigde Staten deze opleving
niet kon stuiten.
Deze hoogconjunctuur nam
dergelijke afmetingen aan, dat
in 1955 reeds gesproken moest
worden van een nijpend tekort
aan arbeidskrachten. De con
sumptieve vraag, die zich in de
steeds stijgende welvaart meer
en meer ging richten op produc
ten met langere levensduur,
dwong de productiesector weer
tot enorme investeringen. Het
gevaar van geldontwaarding,
dat steeds aan zulke zeer gun
stige economische ontwikkelin
gen is verbonden, werd nog ver
ergerd door een sterke toename
van de credietverlening zowel
voor productieve als voor con
sumptieve doeleinden.
Met handhaving van een be
trekkelijk laag renteniveau slaag
de Nederland er in de crediet
verlening door het bankwezen
te beperken middels de kasre-
serveregeling. Toen in de herfst
van vorig jaar de centrale ban
ken in een groot aantal landen
overgingen tot discontoverho
ging teneinde een verder toe
nemen van de credietverlening
af te remmen, beperkte De Ne-
derlandsche Bank zich ertoe het
bankwezen tot zekere terughou
dendheid bij de credietverlening
te manen en in het algemeen aan
te sporen tot consolidatie van
schulden, die in feite reeds het
karakter van permanent crediet
hadden gekregen. Bij de jongste
jaarwisseling bleek echter, dat
het bankwezen in totaal zich
enigszins had verrekend en met
zijn credietfaciliteiten rijkelijk
ver was gegaan: het voldoen
aan de kasreserve-verplichtingen
bracht een ongekend hoge stij
ging van de voorschotten bij De
Nederlandsche Bank mede. On
getwijfeld is deze ontwikkeling
de voornaamste aanleiding ge
weest tot de renteverhoging met
34%, zoals die op 7 februari
door De Nederlandsche Bank
over de gehele linie werd inge
voerd. Al is hiermede het offi
ciële disconto op 3%, het pro-
