lijkgesteld, als bedrijfskosten in
aftrek op de fiscale bedrijfswinst
te kunnen brengen. Reeds ge
voelt het bedrijfsleven zich min
der gelukkig met een op het
stuk van afschrijvingen en reser
veringen al te gebonden fiscaal
winstbegrip. Het zou al heel
merkwaardig zijn, indien nu op
eens stemmen zouden opgaan
uit het bedrijfsleven, dat overi
gens nogal op zijn vrijheid ge
steld is, om en dat nog wel
op het stuk van de prijspolitiek,
want daarom gaat het in wezen
bij de toekenning van prijs-
bijslagen en afnemers-dividen
den aan leveranciers en klanten
de formele begrenzing van
het fiscaal winstbegrip mede
daartoe uit te strekken. Want
dat is het fiscaal onheil, dat de
enkele leden in de Staten Gene
raal met Drs van Ameringen en
een vereniging, die zegt op te
komen voor de zelfstandige han
del en industrie, bezig zijn over
het Nederlandse bedrijfsleven
af te roepen, dat n.1. afwijkingen
van wat men in dit verband wel
„normale prijs" of „marktprijs"
pleegt te noemen als onttrekkin
gen tot de belastbare winst zou
den worden gebracht.
Zo gezien schijnt het streven
van deze enkelingen erop te zijn
gericht om, nadat het is mislukt
in kartel- en ondernemersafspra
ken met de coöperaties af te re
kenen, thans de fiscale wetgever
ertoe te bewegen de coöperatie
in haar prijspolitieke werking
fiscaal het leven onmogelijk te
maken ten detrimente evenwel
niet alleen van de coöperaties,
maar ook van tal van grootwin
kelbedrijven en van combinaties
van kleinbedrijven, die door
klantenbinding middels prijsre
ducties een voorsprong op hun
concurrenten hebben verkregen.
Maar zo gezien, is het ook dui
delijk, dat het betoog van Drs
van Ameringen juist tot de te
gengestelde conclusie moet lei
den. Indien immers in het alge
meen belang niet kan worden
toegelaten, dat de coöperaties
middels ondernemersafspraken
worden buitengesloten van het
handelsverkeer en indien derhal
ve in het algemeen belang de
prijssanerende werking der coö
peraties niet kan worden ge
mist, dan zal juist, omdat „de
fiscale wetgeving en de econo
mische politiek geen gesloten
compartimenten zijn, die lucht
dicht van elkaar zijn afgesnoerd"
om in de sterk beeldende termen
van Drs van Ameringen te spre
ken, in de fiscale politiek dat
kartelbeleid moeten worden
doorgetrokken en derhalve zal
ook fiscaal het coöperatieve
prijssysteem met zijn prijsbijsla-
gen en afnemersdividenden, dat
meer en meer ook door het niet
coöperatieve bedrijfsleven wordt
toegepast, moeten worden er
kend en wel als onderdeel van
661