655 gevaardigde, de Heer Rip, reeds in het licht heeft gesteld, n.1. met enerzijds de spaarsector en anderzijds de kredietverlenings sector van de plaatselijke boe renleenbanken, ziet men duide lijk, dat de activiteit van een zo danige aard is, dat de sociale structuur, het sociale karakter van deze organisatie geheel dui delijk naar voren treedt. Mijnheer de Voorzitter! De gegevens en inlichtingen, welke ik ontvangen heb, bevatten voortreffelijk materiaal om hier uitvoerig over te spreken. Maar ik zal daar niet verder over uit weiden, omdat een uitvoerig de bat eigenlijk dieper moet zijn voorbereid èn omdat er later ge legenheid zal zijn erop terug te komen. Ik wil voorlopig alleen dit er van zeggen, dat men bij de fis cale behandeling der coöperaties deze als maatschappelijk nuttig verschijnsel eerlijk en ronduit dient te aanvaarden voor wat ze zijn en wat ze willen en bedoe len te zijn. En wat de behande ling van de kredietcoöperaties betreft, staat het voor mij vast, dat deze volkomen terecht ener zijds als spaarinstelling worden erkend en behandeld en de fiscale voordelen genieten, die ook spaarbanken genieten anderzijds terecht, voor wat be treft de kredietcoöperaties der plaatselijke leenbanken voor de eigen leden, belast worden met het 20 pet. tarief van de ven nootschapsbelasting. De aanval op deze instellin gen, waarbij niet hier, maar aan de overzijde gesproken werd van subsidieverlening in de fiscale sector, lijkt niet erg diep doordacht. Ik krijg er geen aan gename gedachtenassociaties bij. En daarom zal ik niet verder daarover spreken. Ik hoop, dat de Regering bij haar overwegin gen voor toekomstige regeling de sociale teneur en strekking van deze instellingen volkomen recht zal doen wedervaren. Tot slot wil ik nog een cor rectie aanbrengen op een paar cijfers, welke de geachte afge vaardigde, de Heer Hellema, heeft gegeven. Hij heeft, meen ik, gezegd, dat de Eindhovense Centrale Boerenleenbank in Noordbrabant voor 26 pet. en in Limburg zelfs voor 37 pet. werkt voor leden-niet-landbou- wers. Mijnheer de Voorzitter! Ik geloof, dat de geachte afge vaardigde percentagecijfers heeft gegeven van de spaarsaldi, die gebleken zijn uit een terzake ge houden enquête. Ik wil deze per centages hier even precies ver melden. In Noordbrabant be hoort 74 pet. van de spaarsaldi toe aan landbouwers of rusten de landbouwers, 9,1 pet. aan ar-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 11