654 de achtergrond is geraakt." enz. Ik geloof, dat, wanneer het al leen over dit deel van het vraag stuk ging, men het, op gronden van redelijkheid, spoedig met el kaar eens zou kunnen worden. Wat in wezen geen coöperatie meer is, maar alleen maar een etiket gebruikt, moet op grond van dat etiket alléén geen fiscale behandeling erlangen zoals de echte coöperaties, naar mijn me ning, wél verdienen. Voorts komen de kredietcoö peraties aan de orde in het strijd gewoel. Ik heb de indruk, dat dit eigenlijk aan de overzijde van het Binnenhof althans de hoofdaanval vormde en dat men hierin het meest bevoordeelde en dan ten onrechte bevoor deelde hoofdkwartier van de coöperatieve tegenstander ziet. Deze kredietcoöperaties be treffen hoofdzakelijk de land bouwsector. De geachte afge vaardigde, de Heer Hellema, heeft vanmiddag gezegd, dat kredietverlening niet tot het landbouwbedrijf behoort. Ik geef dit direct toe. In het hoofd van een individuele landbouwer komt het niet op als een onder deel van zijn bedrijfsvoering dc kredietverlening aan te vatten, maar het landbouwbedrijf als collectiviteit heeft een ontzet tend groot belang bij het land bouwkrediet, zoals dat wordt verleend door zijn eigen krediet coöperaties. De kredietcoöpera ties in de landbouwsector zijn juist ontstaan als een noodzake lijkheid, die 40, 50 jaar geleden gevoeld werd door de toenma lige leiders van de boerenstand, met het doel de boeren er boven op te helpen. Ik herinner mij uit mijn jeugd, toen ik gesprekken heb mogen voeren met Pater van den Eisen, die in het Zuiden de grote man voor de boeren- emancipatie was, dat die ons sprak zowel over de betekenis van de inkoop- en de verkoop coöperaties als van de krediet coöperaties. Deze agrarische voormannen hebben de krediet coöperatie in de landbouwsector opgebouwd met zuiver sociale doeleinden en inzichten. Op deze grond en met dit sociale motief zijn die instellingen ontstaan en opgericht. Deze instellingen hebben een spaarsector en een kredietverleningssector en als centrale beoordeling en leiding de Centrale Boerenleenbank. Ik zie niet in, dat deze kredietcoö peraties niet een sociale inslag hebben of niet meer zouden hebben waarmee ook de fis cale wetgever rekening mag houden en moet houden. Wan neer men de verhoudingen ziet, zoals deze voorkomen bij de kre dietcoöperaties in de landbouw sector, welke ook de geachte af-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 10