639
Nederlandsche Bank bleek be
reid voor deze transfers naar
Brazilië ponden ter beschikking
te stellen.
Van deze zeer ruime moge
lijkheden konden de emigranten,
die na 17 April 1947 naar het
buitenland zijn vertrokken, ech
ter slechts in beperkte mate
profiteren. Gedurende de eerste
vier jaren na hun vertrek moch
ten zij ten hoogste 2.000,
per jaar laten overmaken, deze
bedragen eventueel vermeerderd
met een eenmalige transfer van
25.000,indien zij konden
aantonen deze som nodig te
hebben voor huisvesting in het
buitenland of voor hun zelfstan
dige vestiging aldaar. Na afloop
van deze eerste vier jaren kon
den zij door hun bank in Ne
derland bij De Nederlandsche
Bank een vergunningsaanvrage
laten indienen om met de an
dere niet-ingezetenen te worden
gelijkgesteld; de emigrant zèlt"
moest hiervoor dan nog een
vestigingsverklaring aanvragen
bij de Nederlandse consul of
emigratie-attaché in het land zij
ner inwoning. Die gelijkstelling
met „andere niet-ingezetenen"
betekende dan, dat hij zoals
wij hiervoor vermeldden
practisch altijd zijn gehele ver
mogen kon laten overmaken.
Thans is die wachttijd van
vier jaar opgeheven. Moeilijk
heden zijn alleen te duchten, in
dien de emigrant niet aan de
Nederlandse em'gratievoor-
schriften zou hebben voldaan
m.a.w. indien hij zou zijn ver
trokken zonder em'gratiever-
gunning. Vanzelfsprekend zal
de overmaking ook vertraging
ondervinden, indien de emi
grant, die met staatssubsidie is
vertrokken en zich heeft ver
bonden zo mogelijk een deel
van die subsidie terug te beta
len, aan die terugbetalingsver
plichting nog niet heeft voldaan.
Overigens komt de emigrant
voortaan terstond na zijn ver
trek en zonder dat hiervoor een
vestigingsverklaring behoeft te
worden overgelegd in aanmer
king voor die gelijkstelling met
andere niet-ingezetenen. Het
eigen vermogen van de emigrant
kan dan onmiddellijk worden
overgemaakt, waarbij wij nog
kunnen opmerken, dat zo ook
eventuele uitkeringen uit nala
tenschappen en verkoopop
brengsten van onroerend goed
voor overmaking in aanmerking
komen.
Naast deze overmaking van
eigen vermogen komt het ook
herhaaldelijk voor, dat gelden
aan de emigrant worden over
gemaakt door zijn ouders of
andere familieleden, hetzij als
schenking, hetzij bij wijze van
geldlening. In deze gevallen
dient weliswaar een deviezen-