635 de men slechts de voorschot- en credietverlening met korte en middelmatige looptijd, waarbij als zekerheid borgtocht of hy potheekstelling dienden. Mo menteel is er niet alleen gele genheid om naast genoemde ze- kerheidsvormen andere zekerhe den te accepteren, doch ook be staat thans de mogelijkheid om voorschotten op lange termijn bij de boerenleenbanken te ver krijgen. Het moge dienstig zijn de wij zigingen, welke zich de laatste jaren in het voorschot- en cre- dietverleningsbedrijf der boe renleenbanken hebben voorge daan, in het kort te memoreren. Voorschotverlening. De mogelijkheid tot verstrek king van langlopende leningen naast de kortlopende werd ge opend door de verlenging van de maximale looptijd. Voorheen gold als uiterste leenperiode een tijd van 20 jaar. Thans kan voor hypothecaire leningen een af lossingstermijn van 40 jaar wor den toegestaan. Vooral voor le ningen verband houdende met de aankoop van onroerend goed of nieuwbouw/verbouwing van woningen en bedrijfsruimten is een looptijd van langer dan 20 jaar voor vele aanvragers niet alleen wenselijk, doch zelfs noodzakelijk. De bedrijfsresulta ten in de landbouw zijn zeker niet van dien aard, dat de hoge investeringskosten, welke mo menteel met bouwactiviteiten of grondverbeteringen gepaard gaan, op korte termijn uit de exploitatiesaldi kunnen worden afgeschreven. Zeker in de landbouwbedrij ven speelt de regeling van een minimale vaste aflossing met een boetevrije versterkte aflos singsmogelijkheid een grote rol in verband met de wisselvallig heid in de exploitatieresultaten bij deze bedrijven. Naast de algemeen bekende zekerheidsvormen van borgtocht en hypotheekstelling of een In de praktijk is evenwel ge bleken, dat de looptijd van ver strekte leningen in het algemeen belangrijk beneden de oorspron kelijk overeengekomen termijn ligt. Zo zal het ook wel gaan met de langlopende leningen, welke gedurende de laatste jaren zijn verstrekt. Bij het aangaan van een geldlening is de geldne- mer immers vaak beducht om een naar zijn mening zware af lossingsplicht op zich te nemen. Hij wil zich liever niet verplich ten tot een aflossing van 5% per jaar indien een minimale af lossing van 2J^2% per jaar mo gelijk is. Dit vooral ook omdat zonder boetebetaling toch ver sterkt kan worden afgelost.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 39