633
Wij houden ons overtuigd,
dat Uwe Excellentie naar aan
leiding van de in de Staten Ge
neraal gemaakte opmerkingen
geen veranderingen zal aanbren
gen in de thans voor de boeren
leenbanken geldende heffingsre
geling. Het is ons bekend, dat
vanwege de Belastingdienst
daarnaar een onderzoek wordt
ingesteld. Wij kunnen waarde
ren, dat Uwe Excellentie een
zodanig onderzoek gelast heeft,
omdat bij de uiteindelijke beslis
sing alle in aanmerking komende
factoren tot gelding dienen te
komen. Als zodanig heeft het
onderwerpelijke schrijven dan
ook alleen betekenis als reactie
op de in de Staten Generaal te
gen het geldende heffingsregiem
ingebrachte bezwaren. Wij zou
den willen voorkomen, dat een
stilzwijgen onzerzijds als een in
stemming daarmede zou worden
opgevat.
Wij zouden het bijzonder
waarderen, indien Uw Excellen
tie zoudt willen bevorderen, dat
wij vooraf worden gehoord, al
vorens op de uit te brengen
ambtsrapporten wordt beslist.
Een gelijkluidend schrijven
hebben wij doen toekomen aan
Zijne Excellentie de Staatssecre
taris van Financiën, terwijl wij
een afschrift van deze brief heb
ben doen toekomen aan de Di
rectie van De Nederlandsche
Bank.
Inmiddels verblijven wij, met
verschuldigde hoogachting,
Coöp. Centr. Boerenleenbank