6 3i
zijn geweest. Het heffingsper
centage ten laste van de bedrijfs-
exploitatie van boerenleenban
ken en Centrale Bank samen kan
derhalve op 31,5% worden ge
steld.
De vergelijkbare heffingsper
centages belopen derhalve
spaarbanken nihil
boerenleenbankorganisa
tie 31,5%
handelsbanken 43
Interessant is het na te gaan,
hoe in het boerenleenbankbe-
drijf de verhouding is tussen de
betekenis van de spaarbankafde
ling en van het overige bankbe
drijf. Als uitgangspunt zou kun
nen worden genomen de ver
houding tussen toevertrouwde
spaargelden en de z.g. lopende
rekeninggelden. Deze verhouden
zich in onze boerenleenbankor
ganisatie als 6:1 (spaargelden
ultimo 1955 780 millioen, lo
pende rekeninggelden idem
130 millioen).
Een ander opmerkelijk ver
schil tussen het bedrijf der boe
renleenbanken en van een han
delsbank is de verhouding van
rentebaten tot provisie en effec
tenwinst. In het gecombineerde
bedrijf van aangesloten boeren
leenbanken en de Centrale Bank
in Eindhoven belopen de provi
siebaten 10% van de rentebaten.
Bij een handelsbank als de
Twentsche Bank beloopt het to
taal bedrag van provisies en ef
fectenwinst 80% van de rente
winst.
Wij zouden niet willen blijven
stilstaan bij een vergelijking tus
sen de verschillende bedrijven.
Als rechtvaardiging voor het
verlaagd tarief kan ook worden
gewezen op de sociale taak, die
in het boerenleenbankwezen be
wust wordt vervuld. In het ge
heel van de boerenleenbankor
ganisatie wordt bevorderd, dat
tot in de kleinste dorpen, kerk
dorpen en gehuchten boeren
leenbanken werkzaam kunnen
zijn, ook indien zulks commer
cieel niet of nauwelijks verant
woord zou zijn. De kosteloze
waarneming van het beheer en
het statutair verbod van winst
uitdelingen aan leden zijn in dit
verband van groot belang.
In dit verband laten wij hier
onder volgen een
Verdeling der boerenleenbanken naar inleggerstegoed.
t/m 300.000 26
van 300.001 t/m 400.000 27
van 400.001 t/m 500.000 28
Inleggerstegoed Aantal boerenleenbanken