6o8
Zo gezien blijven de boeren
leenbanken bij de andere spaar-
instellingen achter. Frappant is
de aanmerkelijke toeneming bij
de Rijkspostspaarbank. De ver
klaring daarvoor zal gedeeltelijk
hierin moeten worden gezocht,
dat reeds in 1955 de Rijkspost
spaarbank in feite het rentedra
gend tegoed heeft verhoogd van
2.500,tot 6.000,zoals
in de loop van 1955 bij de wet
werd geregeld. Overigens kan
ook worden opgemerkt, dat het
overwegend werknemers zijn,
die bij de Rijkspostspaarbank
sparen en die derhalve het meest
tot de stijging van het spaarte
goed bij de Rijkspostspaarbank
zullen hebben bijgedragen.
Een ander opmerkelijk ver
schil is, dat de spaarvorming bij
de boerenleenbanken van de
groep Utrecht achterblijft bij
die van de groep Eindhoven.
Hiervoor kunnen verschillende
verklaringen worden gegeven.
Zo is de betekenis van de tuin
dersstreken voor de boerenleen
bankorganisatie van Eindhoven
groter dan voor de boerenleen
bankorganisatie van Utrecht.
Voor deze laatste zullen de re
sultaten van de akkerbouw het
zwaarst wegen. Uit de vooraf
medegedeelde cijfers blijkt, dat
juist deze achterblijven, terwij!
de resultaten van de groenten-
en fruitbedrijven in 1955 beter
zullen zijn dan in 1954, zoals
kan worden afgeleid uit de ho
gere veilingsomzetten. Voor de
spaarvorming bij de boerenleen
banken van de groep Eindhoven
zijn ook van belang geweest de
uitkeringen van de Rijksdienst
voor Landbouwherstel in de
vorm van aanvullende Rijksbij
dragen in de oorlogsschade van
bedrijfsuitrusting. Hiermede is
tot nu toe een bedrag gemoeid
geweest van 34 millioen,
die in hoofdzaak in de provincies
Noord-Brabant, Gelderland en
Limburg zijn tot uitkering geko
men. Van ongeveer 26.000 ver
zoeken om een zodanige aanvul
lende bijdrage waren ruim
20.000 verzoeken van deze pro
vincies afkomstig, die overwe
gend het werkgebied vormen
van de boerenleenbankorganisa
tie van Eindhoven. Hieruit
blijkt, dat vooral de boerenleen
banken van de groep Eindhoven
van deze uitkeringen de gunsti
ge invloed hebben ondervonden.
Indien men nu voorts zou wil
len vergelijken de spaarvorming
in de stad en ten plattelande zou
men naast elkaar kunnen stellen
de ontwikkeling van de spaarte
goeden bij de Rijkspostspaar
bank en de Bondsspaarbanken
enerzijds en bij de boerenleen
banken aan de andere kant.
Daarbij zal men evenwel reke
ning ermede moeten houden,
dat het platteland zeer zeker ook
bij de Rijkspostspaarbank spaart