549 drijven geheel uit eigen midde len te verzorgen. Door de acti viteit van de beheerders en van de kassier, doch vooral door de spaarzaamheid van de polderbe volking, die een feit is gebleken, ondanks de door Prof. Hofstee gesignaleerde vlotheid om uit te geven, is de boerenleenbank steeds in staat gebleken om vol doende middelen aan te trek ken, teneinde aan reële crediet- vraag te kunnen voldoen. Op het oude land beloopt het gemiddelde percentage van de eigen uitzettingen der boeren leenbanken ongeveer 35%. Bij de boerenleenbank Emmeloord was per 30 October j.1. van het totaal aan toevertrouwde mid delen groot 5,4 millioen door de boerenleenbank zelf 3,3 millioen of rond 60% in cre- dieten en voorschotten uitgezet. Opmerkelijk is, dat deze eigen uitzettingen van de boerenleen bank „Emmeloord" een geheel ander beeld vertonen dan op het „oude" land gebruikelijk. Zo stond op het einde van 1953 van het totaal aan voorschotten en credieten 58% uit bij landbouw coöperaties. Aan boeren en tuin ders was toen 37% van het to taal verstrekt. Per einde Septem ber 1955 was het bij landbouw coöperaties uitstaande percen tage teruggelopen van 58 tot 43% en het aan boeren en tuin ders verstrekte gedeelte opge lopen van 37 tot 52%. Al gaat met deze ontwikkeling de por tefeuille credieten en voorschot ten van de boerenleenbank „Em meloord" een meer normaal beeld vertonen, n.1. in hoofdzaak strekkende ter financiering van het land- en tuinbouwbedrijf, toch zal men op het oude land niet spoedig tegenkomen, dat een boerenleenbank zo zwaar in de financiering van de land bouwcoöperaties betrokken is, zoals hier het geval is. Voor het geheel der boeren leenbanken aangesloten bij onze Centrale Bank ligt het gemid delde percentage der coöpera tiefinanciering in het totaal der uitzettingen op 15%. Een typisch verschijnsel bij de boerenleenbank „Emmeloord" is ook, dat het aantal lopende rekeningen met crediet aanmer kelijk groter is dan het aantal voorschotrekeningen. Per 30 October bijna viermaal zoveel. Bij de boerenleenbanken op het „oude" land is dit juist omge keerd. Uiteraard hangt dit sa men met de in de polder alge meen voorkomende pachtver- houdingen. De op het „oude" land veel voorkomende finan ciering middels bij de boeren leenbank opgenomen voorschot ten van het bezit van hoeve en land, kon in de Polder, die uit-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 9