546
op een interessant maatschappe
lijk verschijnsel, dat ook de ge
daante kan aannemen van sigaren
(„die weer aan de winnende hand
zijn"), kapokmatrassen (want al
leen dan slapen we gezond), cho
colade (immers „het lekkerste
lekkers"), de krant (die we niet
kunnen missen, geen dag!), de
was (die we de deur uit moeten
doen) of een boek (om er mee
uit te vliegen)".
Wat heeft dat alles met de
Noord Oost Polder te maken,
zult U vragen. Scharen wij ons
weer onder de leerstoel van Prof.
Hofstee. Indien hij opmerkt, dat
langzamerhand op het oude land
stad en land naar elkander toe
groeien, in die zin, dat ten plat-
telande in velerlei opzichten een
verstedelijking optreedt, dan
constateert hij, dat in versterkte
mate de verstedelijking het cul
tuurpatroon van de Noord Oost
Polder bepaalt.
Zo zou, aldus Prof. Hofstee,
waar op het platteland in het al
gemeen in de verhouding tussen
boer en landarbeider nog resten
van patriarchale verhoudingen
aanwezig zijn, deze verhouding
op het nieuwe land nagenoeg
gelijk zijn aan die van de fa
brieksarbeider tot de fabriek.
Zou men op het oude land al
een geleidelijke verandering kun
nen constateren wat betreft de
verhouding tussen de boer tot
zijn geld, aldaar zou het boeren-
ras, dat elk onverdiende cent bij
het kapitaal voegt, waarmede
het onaantastbaar is verklaard,
nog niet zijn uitgestorven. In de
Polder daarentegen streeft men
ernaar om veel te verdienen,
maar men geeft, hoezeer de
spaargelden bij de boerenleen
banken het tegendeel zouden
doen verwachten, dat ook vlot
uit, zowel voor het bedrijf als
zijn persoonlijke behoeften. En
om op het voetspoor van Prof.
Hofstee nog een ander verschil
punt te noemen: op het oude
land is de binding van de vrouw
aan het bedrijf weliswaar ver
zwakt; in de Polder accepteert
men reeds zonder bezwaar, dat
woning en bedrijfsgebouw vol
komen gescheiden zijn.
Voor de Polder is voorts ty
perend, en hiermede komen
we, waar we wezen moeten
dat het collectief optreden ter
verdediging van eigen belangen,
dat zich in de stedelijke, indus
triële sfeer, zowel bij de arbei
ders als bij de ondernemer, sterk
heeft ontwikkeld, ook de polder
boeren zo goed ligt.
Vooral bij de pioniers en
aan hen mag hier vandaag op
nieuw een eresaluut worden ge
bracht was van meetaf de be
reidheid tot samenwerking groot,
hetgeen zich met name uitte in
de oprichting van verenigingen