545 ken wij dan ook aan de bijdrage van de N.O.P. in de oplossing van het op het oude land nog altijd nijpende kleine-boeren- probleem, dat in de na-oorlogse periode zoveel scherper dan voorheen naar voren kwam. De gehele ontwikkeling van de Noord Oost Polder in de voorbije 10 jaren was typisch voor de na-oorlogse herstel- en opbouwarbeid. Maar ook de jonge bevolking van de Polder levert bij nadere beschouwing een karakteristiek verschijnsel van de tijd. Nederland had na de oorlog een nieuw type boer, een andere landbouw nodig. Door Prof. Hofstee,1) is deze „moderne boer" beschreven als de man, die in het economisch leven ra tioneel weet te handelen, nuch ter en zakelijk voor- en nadelen weet af te wegen, die niet vreest voor risico's, als voordeel valt te behalen. Daarbij komt de hang naar mo derne techniek als hem typerend nevenverschijnsel. Dit type van de moderne boer heeft zich op het nieuwe land in zuiverder vorm weten te ont- Zie: De selectie van de kolonisten en de ontwikkeling van de platte landscultuur en de IJsselmeerpolder door Prof. E. W. Hofstee in „Langs Gewonnen Velden". wikkelen dan op het oude land door belemmering van tradities en omgeving tot nu toe mogelijk was. Ook als gemeenschap gezien biedt de Noord Oost Polder een typisch verschijnsel van de tijd. In veel sterker mate dan voor de oorlog het geval was, is ook de Nederlandse bevolking het geldt eveneens voor het buiten land in collectiviteiten en groepen gaan denken. Terecht wijst Prof. Groenman2) erop, dat het individuele optreden van de ondernemer in deze gecom pliceerde wereld veel moeilijker is geworden. Hij merkt op, dat een merkwaardig voorbeeld van het vertrouwen in collectief op treden van gelijksoortige bedrij ven, gevormd wordt door de collectieve reclame. Heel gees tig schrijft Prof. Groenman: „Wanneer wij aansporingen lezen als: „schenk wijn, schenk vreugde" (terwijl het bier toch weer best is en wat minder wa ter lekkerder thee geeft) of: „smul meer met kaas", (hoewel melk nog niet de helft kost, na tuurboter niet te vervangen is en het de groente is, die het hem doet), dan beseffen we misschien te weinig, dat wij zijn gestoten 2) Zie: Tien jaren maatschappelijke ontwikkeling door Prof. Dr. Sj. Groen man in „Tien jaar economisch leven in Nederland".

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 5