55» overbodig genoemd, maar na lang sputteren (waarom eigen lijk?) stemden zij toch ook voor deze motie, welke uiteindelijk met algemene stemmen werd aangenomen. Verwacht kan worden, dat wanneer in de landbouw na ver kregen goedkeuring de lonen verhoogd worden de garantie prijzen van producten als melk, suikerbieten en tarwe dienover eenkomstig verhoogd zullen worden. Maar zal de bevoegde instantie (tot nog toe het Colle ge van Rijksbemiddelaars en uit eindelijk de Regering) een door de landbouw gevraagde loons verhoging wel goedkeuren, we tende dat dit tot prijsconsequen- ties, d.w.z. prijsverhogingen, zal leiden? Dit probleem doet zich nu reeds voor; het Land bouwschap heeft al weken gele den een voorstel ingediend tot verhoging van de lonen in de landbouw, maar tot nog toe is nog geen goedkeuring verleend. Mocht deze goedkeuring afko men, dan zou dit op korte ter mijn alleen gevolgen hebben t.a.v. de melk (de garantieprij zen voor tarwe en suikerbieten oogst 1956 behoeven pas in het najaar gerealiseerd te worden). De aangevraagde loonsverho ging betekent voor de melk een gemiddelde kostprijs-verhoging van bijna een halve cent. De al gemene garantieprijs zou dus met dit bedrag verhoogd moe ten worden evenals de verre- kenprijs voor consumptiemelk. Uit de antwoorden van Mi nister Mansholt kan men con cluderen dat de verhoging van het vetgehalte van de consump tiemelk tot b.v. 3% voorlopig niet verwacht mag worden (wanneer wel?), dat er niet spoedig naast de melk van 2^% ook melk van 3 J^°/o in omloop gebracht zal worden en dat de subsidie uit het L.E.F. op con sumptiemelk (nu ruim 3 ct. per L.) vooralsnog niet verlaagd zal worden. De kamerleden waren het er over eens, dat grote delen van de landbouw niet konden delen in de stijging van de algemene welvaart. Minister Mansholt was het met deze uitspraak wel eens, maar trachtte met wei nig zeggende cijfers omtrent het gezinsinkomen per ha. (t/m over 1953/54 en niet later!) aan te tonen, dat de financiële re sultaten van de landbouw nog bemoedigend genoemd kunnen worden. Natuurlijk is de renta biliteit van de landbouw aan zienlijk beter dan vóór 1940 tij dens de crisisjaren. En misschien kan men nog wel stellen, dat de situatie voor de landbouw van daag aan de dag nog niet zo bar slecht is. Maar hoe zal het wor den, wanneer de hoogconjunc tuur voorbij zou gaan en andere landen de agrarische importen nog verder zouden bemoeilijken?

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1955 | | pagina 18